e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
offergang offergang: offergank (Bocholt) De offergang, rondgang van de gelovigen rond het offerblok [offergank?]. [N 96B (1989)] III-3-3
offergeld offer: offer (Bocholt) Het geld dat men in het offerblok stopt [offergeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3
ogenblikje, korte tijd, eventjes even: effe(n) (Bocholt), eventjes: eͅffəkəs (Bocholt) even [ZND 34 (1940)] III-4-4
okkernoot noot: nuut (Bocholt) noot, vrucht I-7
oksaal doksaal: doksaal (Bocholt), oksaal: een sjoon oksaol (Bocholt), ein schoen oksaal (Bocholt) Een schoon (d)oksaal (waar het orgel zich bevindt in de kerk). [ZND 39 (1942)] || Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)] III-3-3
okselstuk armgeertje: ɛrmgirkǝ (Bocholt), slipgeertje: slepgirkǝ (Bocholt) Vierkante lap, dubbel gevouwen in de vorm van een driehoek, die in een hemd onder de oksel zit en dient om de mouw van onderen met het lijf te verbinden. [N 62, 11c; N 62, 34c] II-7
olie boomolie: een ander woord voor olijfolie  buimulie (Bocholt), salade-olie: slaaiulie (Bocholt) boomolie || slaolie III-2-3
oliebol smoutbol: gebakken in uit zaad geslagen olie  smautbol (Bocholt), Syst. Frings  smau̯t˂boͅl (Bocholt) oliebol || Oliebol (nonnevot?) [N 16 (1962)] III-2-3
oliekoek smoutkoek: smautkook (Bocholt), Syst. Frings  smāu̯tkōk (Bocholt) In raapolie gebakken ronde koek van meel, krenten en eieren (oliekoek?) [N 16 (1962)] || oliekoek III-2-3
olielamp olielamp: ulilamp (Bocholt) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1