e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pannenlap kwezel: kwēzəl (Bocholt), pannenlap: m.  panəlap (Bocholt) lap waarmee men hete voorwerpen van het vuur neemt (kwezel) [N 20 (zj)] III-2-1
pantoffel slof: eine slof (Bocholt), slof (Bocholt) pantoffel [ZND 40 (1942)], [ZND m] III-1-3
pap pap: Syst. Frings  pap (Bocholt), verkl. pepke Viêr det mager pepke, zag Jepke, gèèf ich nog gèè knepke  pap (Bocholt) pap || Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
papier papier: pampēr (Bocholt), pepeer befronselen (Bocholt), pepeer fronselen (Bocholt), pepeer verfronselen (Bocholt) papier [ZND m] || papier frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-3-1
papperig, opgeblazen persoon papzak: papzak (Bocholt) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] III-1-1
paradijs paradijs: paredies (Bocholt) Het Paradijs [et paredies]. [N 96D (1989)] III-3-3
paraplu paraplu: eine parepluj (Bocholt), parapluu (Bocholt) paraplu [N 23 (1964)], [ZND 40 (1942)] III-1-3
parel pareltje: Spelling: <`> = sjwa.  paer`lke (Bocholt) Parel. Sieraad van de pareloester of –mossel met hoge waarde [parel, paarlemoer] [N 114 (2002)] III-1-3
paren van de duiven koppelen: keͅpələ (Bocholt) Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
parfum reuksel: Spelling: <`> = sjwa.  ruuks`l (Bocholt) Parfum. Reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur, reuksel] [N 114 (2002)] III-1-3