e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pret, schik plezier: samest. ein plezeerreis  plezeer (Bocholt) pret, lol III-1-4
priem? (wbd) trekgeld: ps. omgespeld volgens Frings.  trəkgeͅlš (Bocholt) bedrag dat uitbetaald wordt aan degene die bij de eerste verkoping, i.v.m. de openbare verkoping van huizen e.d. [vgl. vraag 15a] het hoogste bod heeft gedaan [trekgeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
priester geestelijke: geistelikke (Bocholt), priester: preester (Bocholt, ... ) Een priester [preester, prejster, geestelijke]. [N 96D (1989)] || Een priester die geen pater is [heer, geesteling]. [N 96D (1989)] III-3-3
priester gewijd worden priester gewijd worden: preester gewiedsj weire (Bocholt) Priester gewijd worden. [N 96D (1989)] III-3-3
priesterfeest priesterfeest: preesterfiest (Bocholt) Een priesterfeest. [N 96D (1989)] III-3-3
priesterkoor koor: koeer (Bocholt) Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)] III-3-3
priestersteek met ronde luifel steek: stēk (Bocholt) priestersteek met ronde luifel [N 25 (1964)] III-3-3
priesterwijding priesterwijding: preesterwiejing (Bocholt) De Priesterwijding. [N 96D (1989)] III-3-3
prijzen (mv.) prijzen: prìs (Bocholt, ... ) prijzen (mv.) [RND] III-3-2
prikkeldraad pikdraad: pekdrǭt (Bocholt) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8