33416 |
schuurpoort |
dendeur:
dęndȳr (L317p Bocholt),
schuurdeur:
šø̄rdȳǝ.r (L317p Bocholt)
|
De grote dubbele deur die toegang geeft tot de schuur en de mogelijkheid biedt met de oogstwagens tot op de dorsvloer te rijden. Meervoudige opgaven benoemen de beide poortvleugels. Voor de behandeling van de namen van de poortvleugels en van het sluitwerk van de poort zie de paragraaf over de grote toegangspoort van de boerderij, par. 4.1. Zie ook het lemma "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en, voor de benaming dendeurtje, ook het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.12). Vergelijk ook de betekeniskaart van poort "schuurpoort" en "hek" in de aflevering over de landerijen (I.8). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 12 bij het lemma "schuur" (3.1.1). [N 5A, 51a; N 4, 37; JG 1a en 1b; A 10, 7b; Gwn 4, 10; monogr.]
I-6
|
34117 |
scrotum |
beugel:
bȳ.gǝl (L317p Bocholt),
zak:
zak (L317p Bocholt)
|
Teelzak van de stier. [JG 1a, 1b]
I-11
|
34522 |
seksen |
sekken:
sɛkǝ (L317p Bocholt),
seksen:
sęksǝ (L317p Bocholt)
|
Bij kuikentjes de haantjes van de hennetjes afzonderen en ze vervolgens doden. Haantjes zijn er minder nodig en het is onvoordelig om die lang eten te blijven geven. [N 19, 58; JG 1a, 1b]
I-12
|
20962 |
selderij |
selderie:
seͅldərii̯ (L317p Bocholt),
seͅldərīj (L317p Bocholt)
|
[Goossens 1b (1960)] [ZND m]
I-7
|
24035 |
seminarie |
seminarie (<lat.):
simmienarie (L317p Bocholt)
|
Het seminarie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
28799 |
serge |
serge:
serge (L317p Bocholt)
|
Licht gekeperde wollen stof waarvan de inslag minder glad en minder dicht is dan de ketting en slechts weinig in het gezicht komt. Volgens de informant van Q 16 is sergette serge waarin zijde is verwerkt. [N 62, 75d; N 59, 201]
II-7
|
19778 |
sering |
meibloem:
-
meibloem (L317p Bocholt, ...
L317p Bocholt),
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
meibloom (L317p Bocholt),
pinksterbloem:
-
pinksterbloem (L317p Bocholt, ...
L317p Bocholt),
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
pinksterbloem (L317p Bocholt)
|
sering || Syringa vulgaris, Fr. Lilas [ZND 02 (1923)]
I-7, III-4-3
|
19401 |
servies |
servies:
Hiêrt dèè uich bi-j het servi-js: hoort die ook bij het gezelschap
servi-js (L317p Bocholt)
|
servies
III-2-1
|
21256 |
servituut |
reen:
rein (L317p Bocholt),
veldweg:
veldsjweig (L317p Bocholt)
|
Hoe heet een weg, die vanaf de straat toegang geeft tot een akker, die anders niet zou te bereiken zijn? [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
18681 |
sierlijke omslagdoek |
franjeldoek:
fraanjeldook (L317p Bocholt)
|
omslagdoek, sierlijke ~ met franjes, thans nog wel in gebruik als kapstok- of tafelkleedje [draadjesneusdoek, fraanjeldook] [N 23 (1964)]
III-1-3
|