| 24059 |
stervensgebed |
bedens:
bèijes (L317p Bocholt)
|
Een gebed voor een stervende, "stervensgebed"[sjtervejebed]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 25195 |
sterx |
ster:
star (L317p Bocholt)
|
ster [ZND 07 (1924)]
III-4-4
|
| 32913 |
steunhoutjes tussen steel en balk |
spanner:
spanǝr (L317p Bocholt),
streef:
strē̜f (L317p Bocholt)
|
Het schuine verbindingstuk tussen de steel en de dwarsbalk van de hooihark, dat ter versteviging van de hark in zijn geheel dient. Vaak ziet men twee van dergelijke steunhoutjes; vandaar de meervoudsvormen in de opgaven. Voor de verscheidenheid aan benamingen, zie ook de opmerking bij de het lemma ''dwarsbalk van de hooihark''. Zie voor de vork- en gaffel-benamingen de toelichting bij het lemma ''steel van de hooihark''. Zie ook afbeelding 11, c. [N 18, 92c]
I-3
|
| 34622 |
steunpaal voor opgeslagen hoogkar |
schoor:
šǫǝr (L317p Bocholt),
stijp:
stīǝp (L317p Bocholt)
|
Lange steunpaal welke men plaatst onder de berries van een opgeslagen hoogkar. [N 17, 82]
I-13
|
| 20151 |
stiefdochter |
stiefdochter:
steefdochter (L317p Bocholt)
|
De dochter van een tweede man of vrouw (stiefdochter) [N 115 (2003)]
III-2-2
|
| 20338 |
stiefouders |
stiefouders:
steefauwers (L317p Bocholt)
|
De tweede man of vrouw van je moeder of vader (stiefouders) [N 115 (2003)]
III-2-2
|
| 20342 |
stiefzoon |
stiefzoon:
steefzoeën (L317p Bocholt)
|
De zoon van een tweede man of vrouw (stiefzoon) [N 115 (2003)]
III-2-2
|
| 34050 |
stier |
stier:
stēr (L317p Bocholt),
stiertje:
størkǝ (L317p Bocholt),
var:
var (L317p Bocholt)
|
Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15]
I-11
|
| 18003 |
stijf van vingers en handen |
stijf:
stif (L317p Bocholt)
|
stijf, van vingers en handen gezegd [scheef] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 19327 |
stijfkop |
kwade saro:
Het is afgel, van het reg.ww. sarren en het zn. een sar: plaaggeest z ook sakker, gedwèringde
eine koaje saro (L317p Bocholt),
lastige saro:
eine lestige saro (L317p Bocholt),
sakker:
sakker (L317p Bocholt),
stijfkop:
sti-jfkop (L317p Bocholt),
stijverik:
sti-jferik (L317p Bocholt),
warserik:
wèèrserik (L317p Bocholt),
warskop:
wèèrskop (L317p Bocholt, ...
L317p Bocholt),
warszak:
wèèrszak (L317p Bocholt)
|
dwarskop || koppigaard || kwaadaardige dwarskop
III-1-4
|