id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
24519 | wilgenteen | wijme: wi-jm (Bocholt) | wilgeteen III-4-3 |
19074 | willen | willen: Mar.;: dit ww. komt niet voor in WBD 1.4; in deze lijst komt het gehele werkwoord ook niet voor! Niet gebruiken? ig wil, dig wils, hej weltj (Bocholt) | ik wil, gij wil, hij wil ik wou, gij woudt, hij wou wil hij nu? wou hij gisteren? wou hij het maar doen! [ZND 08 (1925)] III-1-4 |
17596 | wimper | plimper: flumpers (Bocholt), plumpers (Bocholt), wimper: wumpers (Bocholt) | lange wimpers (haartjes aan de oogleden) [ZND 34 (1940)] III-1-1 |
25207 | wind (alg.) | wind: wi-jndsj (Bocholt), ps. bij benadering omgespeld volgens Frings. ps. onder de nt staan nog boogjes; deze combinatieletters zijn niet te maken/om te spellen. wint (Bocholt) | wind [ZND 13 (1925)] III-4-4 |
25160 | winderig weer | ruw (weer): ruw wēīr (Bocholt), eene ?? boete. ənə ruwə (Bocholt) | winderig weer [zuchtig] [N 22 (1963)] III-4-4 |
25209 | windhoos | houwmouw: hoͅuwmoͅuw (Bocholt), houwmouw. hoͅumoͅuw (Bocholt) | klein windhoosje, dwarrelig van bladeren en zand [echelstaart, keujmenke] [N 22 (1963)] III-4-4 |
30488 | windroeden | windroeden: wentšrōjǝ (Bocholt) | Twijgen die men vastbindt op de naden van de dakschilden om het verwaaien van de dakbedekking tegen te gaan. De bandgaarden werden in L 291 vastgebonden met 'wijden' ('wijǝ') of 'witsen' ('wetsǝ'), in K 353 met 'dekbanden' ('dęk˱banǝ'). In K 316 gebruikte men 'dekgaarden' ('d'k˲gšrǝ') om het stro over de hele lengte van het dak vast te leggen. [N F, 10; N 4A, 34d; monogr.] II-9 |
33832 | windzuiger | windzuiker: we.njtj˲zu.kǝr (Bocholt) | Paard dat zich bijv. op de rand van een deur of voerbak vastklemt en met een klokkend geluid lucht naar binnen zuigt, die in de plaats van in de longen in de maag terechtkomt. Door te veel lucht in de maag kan het koliek (zie het lemma ''buikkrampen'' (7.4)) krijgen. [JG 1a, 1b; N 8, 62q, 84f en 85; A 48A, 41b en 41c] I-9 |
21782 | winkel | winkel: doffe e wordt als ¯ aangegeven wink’l doon (Bocholt) | winkel drijven [N 102 (1998)] III-3-1 |
21778 | winkel drijven | commerce (fr.) doen: kommērs doon (Bocholt), winkel doen: doffe e wordt als ¯ aangegeven wink’l doon (Bocholt) | winkel drijven [N 102 (1998)] III-3-1 |