e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte klaver, steenklaver steenklee: stęi̯n[klee] (Bocholt) Trifolium repens L. Een 5 tot 25 cm lange plant met kruipende stengels emn witte, later bruine, bloemhoofdjes, die van mei tot de herfst bloeien. Ook witte klaver wordt vooral als veevoeder en als dekvrucht geteeld, is eerder geschikt voor weiden dan voor maaien, maar stelt lagere eisen aan de grond. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.] I-5
witte kool kabots: kebûts (Bocholt), kəbu.tsə (Bocholt), kabuits: Verkorting voor kebûtsekiêl Eng. cabbage  kebûts (Bocholt), wit moes: wet mōs (Bocholt), wit mooes (Bocholt), wit moos (Bocholt), witte kabots: witte kaboets (Bocholt), witte kabotskool: witte kaboetskuul (Bocholt), witte kool: witte koel (Bocholt) [Goossens 1b (1960)] [Lk 05 (1953)]een witte kabuis(kool) [ZND 36 (1941)] || witte kool I-7, III-2-3
witte kwikstaart kwikstaartje: kwekstɛrtšə (Bocholt), wormeneter: wøͅrmēͅtər (Bocholt) kwikstaart [N P (1966)] || kwikstaart, wit (Motacilla alba alba L.) [Lk 04 (1953)] III-4-1
witte muts met fijne plooien en een afhangend strookje muts: møͅts (Bocholt) muts, witte ~ met fijne plooien om het voorhoofd en een afhangend strookje van achteren {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
witte muts met linten lintenmuts: lenərmøͅts (Bocholt) muts, witte ~ met linten {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
witte muts met sierkrans en afhangende linten krulmuts: kroͅlmøͅts(kə) (Bocholt) muts, grote witte ~ waarop een dikke hoefijzervormige krans met afhangende linten wordt gedragen {afb} [poffer-, kröl-, frul-, knip-, greute muts] [N 25 (1964)] III-1-3
witte waterlelie waterlelie: -  wa.tərle.li (Bocholt) witte waterlelie [DC 49a (1974)] III-4-3
witte, buitenlandse bloem patentbloem: pētɛntblōm (Bocholt) De bakkwaliteit van bloem gemalen van harde tarwe is beter dan die van bloem ge-malen van zachte tarwe (Schoep blz. 7). Hetzelfde geldt voor de rogge. Omdat in het algemeen de buitenlandse tarwe en rogge harder zijn dan de inlandse, kan men zeggen dat de buitenlandse bloem een betere bakkwaliteit heeft dan de inlandse bloem. [N 29, 15b; N 29, 16] II-1
wittebrood mik: Van bruud weerd men gruut/ en van mik weerd men dik  mik (Bocholt) witbrood III-2-3
woede gift: Ze stampde oppe grònd van gift In det menneke zitsj vèèl gift  gift (Bocholt) drift, woede III-1-4