20913 |
champignon |
champignon:
sjabbeljòng (L317p Bocholt, ...
L317p Bocholt),
Sjabbeljòngkes kan men inne sop doon of in de saus
sjabbeljòng (L317p Bocholt)
|
champignon || kampernoelie
III-2-3, III-4-3
|
28749 |
changeant |
changeant:
šønžant (L317p Bocholt)
|
Katoenen, wollen of zijden weefsel met een wisselende weerschijn naarmate het licht er anders op valt. [N 62, 96]
II-7
|
23748 |
christoffelmedaille |
medaille (<fr.) van christoffel:
medaallie van kristoffel (L317p Bocholt)
|
Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23439 |
ciborie |
ciborie (<lat.):
siborie (L317p Bocholt)
|
Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20545 |
cichorei |
cichorei:
sikorei (L317p Bocholt),
Men hoort ook wel sòkkerei Fr. chicorèe
sikorei (L317p Bocholt)
|
suikerij || surrogaat voor de koffie
III-2-3
|
22686 |
circus |
cirque (fr.):
sirr`k (L317p Bocholt, ...
L317p Bocholt)
|
Circus. || een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
33476 |
cirkelvormig raam |
rondoog:
rǫnǭu̯x (L317p Bocholt)
|
Een raam in de vorm van een cirkel, meestal aan de stallen. Vanwege de ronde vorm kunnen de benamingen gelijk zijn aan die voor (onbeglaasde) ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). De meeste benamingen betreffen de vorm, sommige ook de functie (belichting en beluchting). [N 4, 52; N 4A, 38b]
I-6
|
23628 |
collectant |
ophaler:
ophaler (L317p Bocholt)
|
Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23624 |
collecte |
collecte:
kollekte (L317p Bocholt)
|
De geldinzameling, de collecte [de kollekt?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23630 |
collectebakje |
centenbakje:
centebekske (L317p Bocholt)
|
Een collectebakje aan een lange steel [centebekske?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|