e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

Gevonden: 5095
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dameskous? kous: Spelling: <`> = sjwa.  kause (Bocholt) Vrouwenkousen [kousen, hosen] [N 114 (2002)] III-1-3
damesmantel mantel: mantəl (Bocholt) damesmantel; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
damesonderbroek onderboks: Spelling: <`> = sjwa.  ònd`rbòks (Bocholt), slipje: Spelling: <`> = sjwa.  slupke (Bocholt) Vrouwenonderbroek [ook: slipje?] [N 114 (2002)] III-1-3
damesschoen met hoge of halfhoge hak hakschoen: hakšoon (Bocholt) damesschoenen met hoge of halfhoge hak [N 24 (1964)] III-1-3
dampen dampen: dampə (Bocholt) dampen, wasemen [ZND 33 (1940)] III-2-1
darm darm: dēͅrəm (Bocholt) darm, darmen [N 10b (1961)] III-1-1
dartel levendig: lɛvǝntix (Bocholt) Gezegd van felle, vurige, moeilijk te tomen paarden, vooral jonge hengsten. [JG 1d; N 8, 64g] I-9
das, sjaal das: das (Bocholt), sjaal: sjaal (Bocholt) das, sjaal, om de hals gedragen [das, polderdas, sjerp, kazzenij] [N 23 (1964)] III-1-3
dasspeld kravatspeld (<fr.): krevatspel (Bocholt) dasspeld [dasspang] [N 23 (1964)] III-1-3
dauw dauw: dàw (Bocholt), dauw (m.).  dà(ə)w (Bocholt) dauw die s morgens over de velden hangt [doom, domp, mok] [N 22 (1963)] III-4-4