e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

Gevonden: 5095
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
door elkaar, verward dooreen: (betekent ook: gemiddeld). duurein gepakt.  duurein (Bocholt) door elkaar, verward III-4-4
door water het lopen met schoeisel aan baggeren: bagərə (Bocholt) lopen: met schoenen of klompen door het water lopen [daawele, dabbere, bettere] [N 10 (1961)] III-1-2
door zwangerschap gedwongen huwelijk moetens: motes (Bocholt) gezegd van een paar dat "moet"trouwen III-2-2
doordeweekse (werk)schort linnen scholk: līnəšoͅlek (Bocholt) schort, blauwlinnen (werk) ~ voor door de week [N 24 (1964)] III-1-3
doordeweekse kleren `s werkendaagse kleren: ⁄s werkedaagse kleijer (Bocholt) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
doordeweekse mis alledaagse mis: alledaagse mes (Bocholt) Een door-de-weekse mis. [N 96B (1989)] III-3-3
doordeweekse muts werkendaagse muts: weͅrkədāgsə møͅts (Bocholt) muts, witte ~ zonder poffer voor door de week, voor oudere en minder gegoede vrouwen ook voor s zondags {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
doormidden gesneden beschuitbol broodbeschuit: brūtbǝšyt (Bocholt) De benamingen kunnen ook slaan op de bovenste of onderste schijf van de beschuitbol. [N 29, 62c] II-1
doormidden snijden van beschuitbollen bollen snijden: bøl sni-jǝ (Bocholt) [N 29, 62a; N 29, 62b] II-1
doorn, stekel doorn: dèèr (Bocholt), doorns: doͅ:rəs (Bocholt) doorn || doornen [RND] III-4-3