e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

Gevonden: 5095
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doornappel duivelskoren: di-jvelskure (Bocholt) doornappel III-4-3
doornenkroon doornenkroon: doernekroen (Bocholt) De doornenkroon, een kroon van doornen. [N 96B (1989)] III-3-3
doorschieter doorschieter: døršētǝr (Bocholt) Aardappelstruik waaraan zich door overmatige groei steeds nieuwe scheuten en aardappeltjes vormen. [N 12, 9; monogr.] I-5
doorslaan lussen: løsǝ (Bocholt) Het aangeven van de lijnen met een dubbele draad of door middel van een doorslagsteek. [N 59, 51a; N 62, 6] II-7
dopeling dopeling: duipeling (Bocholt) de dopeling, het doopkind [N 96D (1989)] III-2-2
dopen dopen: duipen (Bocholt), dö.jpə (Bocholt), dø.jpə (Bocholt), eén kindje doupen (Bocholt), pagina ontbreekt  dö.jpə (Bocholt), soppen: soͅpə (Bocholt, ... ) doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || Dopen. [N 96D (1989)] || Een kind dopen. [ZND 23 (1937)] || indopen van het brood b.v. in de koffie: soppen [N 08 (1961)] III-2-3, III-3-3
doperwten velderwten: veͅ.ld eͅ.rt (Bocholt) [Goossens 1b (1960)] I-7
dorp dorp: døͅrəp (Bocholt) dorp [ZND m] III-3-1
dorpel dorpel: dørpǝl (Bocholt) Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld] II-9
dorpsgenoot dorpsgenoot: dörpsgenoe:t (Bocholt), dürpsgenōēt (Bocholt) Noem het (dialect)woord voor: mensen die in hetzelfde dorp wonen als u? [dorpsgenoot] [N 102 (1998)] III-3-1