e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q211p plaats=Bocholtz

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
preek predik: prèdich (Bocholtz) De predikatie, de preek [preek, prèèk, preëdich?]. [N 96B (1989)] III-3-3
preekstoel predikstoel: predichstool (Bocholtz) De preekstoel [preek-, prèèk-, predichsjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
preisoep preisoep: Syst. Veldeke  brei-tsoep (Bocholtz) Preisoep (Poorsop?) [N 16 (1962)] III-2-3
preken prediken: prèdiege (Bocholtz) Preken, prediken [preeke, prèèke, preëdieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
priester geestelijke: geesliche (Bocholtz) Een priester [preester, prejster, geestelijke]. [N 96D (1989)] III-3-3
priesterfeest primiz (du.): premiets (Bocholtz) Een priesterfeest. [N 96D (1989)] III-3-3
priesterkoor koor: koeër (Bocholtz) Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)] III-3-3
prijzen (mv.) prijzen: pri.s (Bocholtz) prijzen (mv.) [RND] III-3-2
priktol knool: knouwəl (Bocholtz), tirvelmoets: tielevermoets (Bocholtz) Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [DC 24 (1953)] III-3-2
processie bronk: broonk (Bocholtz) De processie [bronk, persessie, protsessioën]. [N 96C (1989)] III-3-3