e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q211p plaats=Bocholtz

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vademen (de/een) naald(e) vamen: ęŋ nǫlt vē̜mǝ (Bocholtz) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vader pap: pap (Bocholtz), vader: vadder (Bocholtz) (vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] III-2-2
vagevuur vagevuur: fagevuur (Bocholtz) Het vagevuur [vèègvuur, veëjevuur]. [N 96D (1989)] III-3-3
valdeur aan duiventil dreng: dreng (Bocholtz, ... ) Klapspijltjes in een duiventil. III-3-2
vals spel foetelarij: foetelerij (Bocholtz) Bedrog. III-3-2
vals spelen foetelen: foetele (Bocholtz) 2. Vals spelen bij een spel. III-3-2
van de duivel bezeten van de duivel bezeten: van der duvel bezaese (Bocholtz) Van de duivel bezeten [mit der duvel bezaese]. [N 96D (1989)] III-3-3
van de leg afraken niet meer leggen: ni mi lēgǝ (Bocholtz) [N 19, 50b; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
van veren wisselen muiten: mūtǝ (Bocholtz) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vangen vangen: và:ngə (Bocholtz) vangen [DC 02 (1932)] III-1-2