e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q211p plaats=Bocholtz

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstelbaar luik boven de varkenstrog grendel: gręndǝl (Bocholtz) Boven de varkenstrog bevond zich vaak een verstelbaar voerluik. In L 360 kende men geen luik maar een scherm in de vorm van een rechtopstaande plank. [N 5A, 60e] I-6
verstoppertje spelen koekverbergen: koekverberge (Bocholtz), versteken: versjtèche (Bocholtz) 2. Verstoppertje spelen. || Verstoppertje spelen. III-3-2
verstoppertje spelen add. potstoten: pot-sjtoeëse (Bocholtz) Straatverstoppertje (kinderspel met gebruikmaking een weg te trappen blik). III-3-2
verstopte speen verspeelde deem: vǝršpeldǝ dēm (Bocholtz) Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a] I-11
verwoed kaarter kaartmoer: kaatmoor (Bocholtz) Hartstochtelijk kaartspeler. III-3-2
vespers vesper (lat.): də vɛspər (Bocholtz), vèsper (Bocholtz) De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)] || de vespers [RND] III-3-3
vest kamizool (<fr.): kammezaol (Bocholtz) herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] III-1-3
vestzakje kamizoolstasje (<fr.): kammezaolstèsje (Bocholtz) vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)] III-1-3
vet te mesten stierkalf meststiertje: mɛsštīrtjǝ (Bocholtz) Zie voor de fonetische documentatie van (kalf) het lemma ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 75a] I-11
vetkoe een voor vet te mesten: eŋ vȳr vɛt tsǝ mɛstǝ (Bocholtz) Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.] I-11