e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q211p plaats=Bocholtz

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vetweide groement: grǫmǝt (Bocholtz), nawas: nǭwās (Bocholtz) Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.] I-8
veulen veulen: vȳǝlǝ (Bocholtz) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vieren vieren: jəvi:rt (Bocholtz) gevierd [RND] III-3-2
vieruursboterham caf-drinken, het -: kaffedrinke (Bocholtz), vieruren, de -: veer-oerə (Bocholtz), veeroerə (Bocholtz) de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
vigilie vigilie (<lat.): vigilie (Bocholtz) De avond vóór een kerkelijke feestdag [vigilie, heiligavond]. [N 96C (1989)] III-3-3
vinger vinger: viŋər (Bocholtz), vìngər (Bocholtz) vinger [DC 01 (1931)], [RND] III-1-1
vingers (spotnamen) fikken: fikke (Bocholtz), fìk (Bocholtz), hot de fikke bie dich  fikke (Bocholtz), knoken: hot de kneuk bie dich  kneuk (Bocholtz), hot de knoke bie dich  knoke (Bocholtz), tien geboden: tsing jeboane (Bocholtz), votvinger: votvingere (Bocholtz) vinger [DC 01 (1931)] || vingers (spotbenamingen) [pinke, finkels, fikke, pingels, kluntjesvingers, de 10 geboden] [N 10 (1961)] III-1-1
viool fiengelieng: [Met afbeelding pag. 48].  fiengelieng (Bocholtz), viool: fiejoeël (Bocholtz) 1. Viool (muziekinstrument). || Viool. III-3-2
vis, algemeen vis: vø.š (Bocholtz) vis III-4-2
visaas wormpje: Veldeke  wörmpje (Bocholtz) wormpje, borstelig ~ dat als aas wordt gebruikt bij het vissen [sprot-, sprokaos] [N 26 (1964)] III-4-2