e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q211p plaats=Bocholtz

Overzicht

Gevonden: 2628
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongensblouse bloes: bloes (Bocholtz) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3
jumper vest: ves (Bocholtz), wes (Bocholtz) jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jurk kleed: kleed (Bocholtz) jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] III-1-3
jus, vleesnat saus: Syst. Veldeke  tsaus (Bocholtz) Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] III-2-3
kaak kits: kìtš (Bocholtz) kaak [DC 02 (1932)] III-1-1
kaakbeen(rand) raak: de raache (Bocholtz) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd platenkop: plaatekop (Bocholtz, ... ), volle maan: volle mod (Bocholtz) kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)] III-1-1
kaantjes krapjer: krépjer (Bocholtz), krappen: krappe (Bocholtz) vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)] III-2-3
kaar kaar: kār (Bocholtz) Trechtervormige bak boven de bovenste molensteen waarin het te malen graan wordt gestort. Zie ook afb. 78. [N O, 19i; N O, 41a; A 42A, 37; N D, 11; Sche 51; Vds 148; Jan 155; Coe 136; Grof 157; monogr.] II-3
kaars kaars: kēͅətš (Bocholtz) kaars [RND] III-2-1