id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
34092 | rechtervoorkwartier | rechts voor: rēts vȳr (Bocholtz) | Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c] I-11 |
17616 | rechtstaande oren | flaporen: flapoere (Bocholtz) | oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)] III-1-1 |
24082 | rector | rector (lat.): rector (Bocholtz) | Een rector, de geestelijk leider van een klooster of gesticht. [N 96D (1989)] III-3-3 |
32868 | reepje overschietend gras | (een) baard staan laten: bārt štǭ lǫsǝ (Bocholtz) | Soms blijft er bij het maaien een reepje gras staan omdat men de slag met de zeis iets te ver neemt. De zegslieden hebben dit verschijnsel zowel door een zelfstandig naamwoord (zoals zwaaibalk of baard) benoemd, als ook door een werkwoordelijke uitdrukking, waarin een dergelijk zelfstandig naamwoord voorkomt (zoals een baard maaien of een baard laten staan), en tenslotte ook door een op zichzelf staand werkwoord of werkwoordelijke uitdrukking (zoals te breed pakken of te wijd grijpen). Al deze opgaven zijn in dit lemma ondergebracht. [N 14, 96] I-3 |
18554 | regenjas | regenjas: rénjas (Bocholtz), regenmantel: rénmantel (Bocholtz) | damesregenmantel [N 23 (1964)] || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)] III-1-3 |
18712 | regenpijpen | regenpijpen: rénpiefe (Bocholtz) | regenbroek die uit twee delen bestaat [piepe, reegenpiepe] [N 23 (1964)] III-1-3 |
24308 | regenworm | piering: Veldeke piering (Bocholtz), pīēring (Bocholtz), worm: wo.rəm (Bocholtz), wörm (mv.) (Bocholtz), Veldeke énge wórm (Bocholtz) | regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)] || worm, alg. III-4-2 |
17904 | reiken naar | reiken naar: rikke (Bocholtz), rikt noo get (Bocholtz) | reiken, met de handen naar iets reiken [iest beraome] [N 10 (1961)] III-1-2 |
21201 | reiskoffer | koffer: Karte 365. koffer (Bocholtz) | Reisekoffer III-3-1 |
23403 | relikwie | relikwien: relekwieje (Bocholtz) | De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)] III-3-3 |