e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholtz

Overzicht

Gevonden: 2628
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glacé leren haas: lere hösje (Bocholtz) handschoenen van glanzend leer, glacés [N 23 (1964)] III-1-3
glijbaan roetsj: 2. Glijdgoot.  roetsj (Bocholtz), roetsjbaan: roetsjbaan (Bocholtz) 1. Glijbaan. || Glijbaan. III-3-2
glijden roetsjen: roetsje (Bocholtz), NB roetsj: glijbaan; roetsjbaan: glijbaan.  roetsje (Bocholtz) Glijden. III-3-2
glimworm johanneswormpje: johaneswurmpje (Bocholtz), johanneswurmpje (Bocholtz), vuurmannetje: vuurmènsje (Bocholtz), vūrmènekə (Bocholtz) glimworm [GV Gr (1935)], [ZND 18G (1935)] III-4-2
gloria gloria (lat.): gloria (Bocholtz) De lofzang "Gloria in excelsis..."[jloria?]. [N 96B (1989)] III-3-3
god de vader god de vader: godde vadder (Bocholtz) God de Vader. [N 96D (1989)] III-3-3
godslamp godslamp: godslamp (Bocholtz) De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)] III-3-3
godslasteren vloeken: vlòkken (Bocholtz) Godslasteren, blasfemeren. [N 96D (1989)] III-3-3
godslastering vloek: vlòk (Bocholtz) Een godslastering, blasfemie. [N 96D (1989)] III-3-3
goed doorbakken steen gebrande steen: jǝbrandǝ štē (Bocholtz  [(meervoud: jǝbrandǝ štę ̞ŋ)]  ) In Q 211 waren de goed doorbakken stenen blauw en zwart (blōw ɛn ēwats), in Q 121b zwart en grijs (ēwats ɛn grī̄s) en in P 176 donkel (dǫŋk\l).' [N 98, 170; monogr.] II-8