e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boekend

Overzicht

Gevonden: 1986
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meer melk gaan geven aankomen: (de koe) kø̄mp ān (Boekend) [N 3A, 68] I-11
meerdelige eg dubbele [eg]: dø̜bǝl [eg] (Boekend), klein eegje: klęi̯n ē̜xskǝ (Boekend), zaadeegje: zǭt˱ē̜xskǝ (Boekend) Bedoeld wordt een combinatie van twee of meer eggen van dezelfde soort en grootte, die - naast elkaar liggend en meestal onderling verbonden, met haken of korte kettingen aan een gemeenschappelijke trekbalk bevestigd zijn; zie afb. 62. Zulk een combinatie werd gewoonlijk door twee paarden getrokken. In de betrokken termen hieronder vertegenwoordigt het lid drie ook varianten van het type ''drij''. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men het lemma ''eg''. [N 11, 67 + 76; N 11A, 162a + b; N J, 10 add.; div.; monogr.] I-2
meester meester: meister (Boekend) onderwijzer; Hoe werd voor de 2e Wereldoorlog een onderwijzer van de lagere school genoemd? [DC 48 (1973)] III-3-1
meiraap reube: reube (Boekend) De meiraap, een vroege variëteit van de raap (meiraap, tolletje, knolletje, kelen, raap). [N 82 (1981)] I-7
melaatsheid melaats: melaats (Boekend) Melaatsheid: lepra, in de huid ontstaan knobbels; de ziekte kan tot afschuwelijke verminkingen leiden (leproosheid, lazerij). [N 84 (1981)] III-1-2
melig overrijp: euverriêp (Boekend) Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)] III-2-3
melkaders melkaderen: mɛlkǭrǝ (Boekend) De aders langs de buik naar de uier. [N 3A, 118a] I-11
melkgebit van kalveren kalvertanden: kalvǝrtaŋ (Boekend) [N 3A, 108a] I-11
melkkannetje melkkannetje: melkkenke (Boekend) melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)] III-2-1
melkkoe melkbeest: mɛlkbīs (Boekend) Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148] I-11