24927 |
petroleum |
petroleum:
petroleum (L269b Boekend)
|
petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
21063 |
peul |
erwtenschaal:
erte schale (L269b Boekend)
|
de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)]
III-2-3
|
33508 |
peul, dop (znw) |
schaal:
schaal (L269b Boekend),
schale (L269b Boekend),
stei:
stei (L269b Boekend)
|
[N Q (1966)]Hoe noemt u: de zaaddoos van de erwt als deze hard geworden is (peul, pool) [N 71 (1975)]
I-7
|
33522 |
peulen, doppen (ww.) |
klaar maken:
klaor make (L269b Boekend)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
33569 |
peulerwten |
peulen:
peule (L269b Boekend),
rijserwten:
rēēserte (L269b Boekend)
|
De peulerwt; soort van erwt waarbij de hele vrucht gegeten wordt, ook de schil (sluimerwt, hauw(ke), peul, suikererwt, blie-erwt). [N 82 (1981)] || Hoe noemt u de volgende peulgewassen: peulerwten (de hele vrucht, ook de schil wordt in groene toestand gebruikt) [N 71 (1975)]
I-7
|
20662 |
peulvruchten afhalen |
pezen:
pèèze (L269b Boekend)
|
erwten of bonen afhalen, van draden ontdoen [N Q (1966)]
III-2-3
|
20815 |
peulvruchten doppen |
erwten klaarmaken:
erte klaor make (L269b Boekend)
|
erwten of bonen doppen, ontpeulen [N Q (1966)]
III-2-3
|
25420 |
pezen |
pezen:
pē̜zǝ (L269b Boekend)
|
[N 28, 63; Veldeke 15, 22; monogr.]
II-1
|
21734 |
pezerik |
pezerik:
pēzǝrǝk (L269b Boekend)
|
De uitgesneden roede of zaadstreng van een mannelijk varken na het slachten. Veelal gebruikt men deze zaadstreng om er de zaag of schaaf mee in te smeren. Ook werkschoenen vet men ermee in. ''s Winters wordt hij als voer aan de vogels, vooral de mezen, gegeven, soms ook met de bedoeling om de vogels te vangen. [N 28, 71; N 28, 72; monogr.]
II-1
|
24224 |
piepen |
tjielpen:
tjielpe (L269b Boekend)
|
een zacht piepend geluid geven, gezegd van vogels (sjirpen, tjilpen, tjerpen) [N 83 (1981)]
III-4-1
|