e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boekend

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rammenas rammenas: rammenas (Boekend) Hoe noemt u: rammenas (Raphanus sativus niger - fam. cruciferae) [N 71 (1975)] I-7
rank rank: enkv. meervoudig (reng)  rank (Boekend) Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)] III-4-3
rasp rasp: rasp (Boekend), raspel: raspel (Boekend) rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)] III-2-1
ratelpopulier ratelpopulier: ratelpopulier (Boekend), vuilboom: ook  voelbaum (Boekend) De ratelpopulier; heeft bijna ronde bladeren met een gegolfde rand die aan lange platte stelen zitten; bij een beetje wind bewegen ze schuin langs elkaar, wat een ritselend geluid geeft (drilboom, vuilboom, klater, fledderaar, klaterteer, klatelleer). [N 82 (1981)] III-4-3
recht vooruitstoten met de armen recht vooruitstoten: recht vur oët stoëte (Boekend) stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)] III-1-2
rechte, vormeloze benen rechte benen: rechte bein (Boekend) benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)] III-1-1
rechterachterkwartier achterste van de hand: ɛxtǝrstǝ van dǝ haŋk (Boekend) Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d] I-11
rechtervoorkwartier voorste bij de hand: vø̄rstǝ bēi̯ dǝ haŋk (Boekend) Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c] I-11
rechtstaande oren fiksoren: fiksoëre (Boekend) oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)] III-1-1
regels richels: rixǝls (Boekend) De horizontale balkjes die tussen de stijlen bevestigd worden. Zie ook afb. 47. De horizontale balk die de hele muurbreedte overspande, werd in Q 97 de 'kettingbalk' ('kęteŋbalǝk') genoemd. De balken werden met behulp van een pen/gat-verbinding aan elkaar bevestigd. De pen noemde men 'kijl' ('kīl'), het aan elkaar bevestigen van de balken 'angen' ('aŋǝ'). Bij de bovengenoemde houtverbinding bedroeg de doorsnede van het gat altijd het derde deel van de totale breedte van de balk. [N 4A, 52b; N 31, 45 add.; monogr.; div.; Vld] II-9