e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boekend

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) beer: bięr (Boekend) De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
vonk vonk: vonke (Boekend) Brandend of gloeiend deeltje dat ergens afvliegt (kester, vonk, geinster, sprankel, kleister) [N 79 (1979)] III-2-1
voorklauw teen: tīn (Boekend) Het voorste deel van de hoef. [N 3A, 119b] I-11
vooroverduikelen keukelen: kuukele (Boekend) duikelen, voorover vallen [stulpe, stölpe] [N 10 (1961)] III-1-2
voorpoten met dikke knie stalbenen: stalbɛi̯n (Boekend) [N 3A, 143; monogr.] I-11
voorschoot scholk: sxǫlǝk (Boekend) Volgens de informant van L 383 is de voorschoot blauw en volgens die van L 377 wit van kleur. [N 29, 102c; N 29, 102a; N 29, 102e; N 29, 102f; monogr.] II-1
voorschoot, schort (alg.) scholk: scholk (Boekend, ... ) voorschoot, werkschort zonder borststuk scholk, skolk, veuring, veurik, sloep, sloof, slopschorteldoek] [N 24 (1964)] III-1-3
voortijdig een levend kalf ter wereld brengen te vroeg geboren zijn: (het kalf is) tǝ vryj gǝbǭrǝ (Boekend) [N 3A, 41b] I-11
voorvoet wreef: vreef (Boekend) voet: voorste deel van de voet [vurvoet] [N 10 (1961)] III-1-1
vorstpan vorstpan: vǫrspan (Boekend) Halfronde pan waarmee de nokken en hoekkepers van het dak worden bedekt; ook de soortgelijke pan voor de afdichting van de nok of de naden van het dakschild van een rieten dak. Vorstpannen worden met spijkers op de dakruiters vastgezet en met specie aan elkaar bevestigd. In Q 77b werd niet met vorstpannen gewerkt. Men smeerde daar de nok van het dak in met cement. Het woordtype broekstuk (L 290, L 372) duidt een pan aan die de verbinding vormt tussen de vorstpannen en de pannen die over de naden van het dakschild worden gelegd. [N 32, 45b; N 32, 45c; N 4A, 34a; N 4A, 34c; N F, 8] II-8