e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boekend

Overzicht

Gevonden: 1986
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderkruid donderkruid: -  doonder kroëd (Boekend) donderkruid [DC 46 (1971)] III-4-3
donderslag knetterslag: knetterslaag (Boekend) hevige donderslag [ketterslag, kletteraar] [N 81 (1980)] III-4-4
donderwolk schoer: schoor is onwaer (Boekend) lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)] III-4-4
donker, duisterx duister: duuster (Boekend, ... ) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] III-4-4
donkerbruine koe vale: vālǝ (Boekend) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131a] I-11
doodskleed doodskleed: doëdskleid (Boekend) bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (thans inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] III-2-2
doofpot smoorpot: smoorpot (Boekend) pot, gegoten, van ijzer, waarin men het houtskool koud laat worden (aomerepot, kriekepot, smoorpot) [N 20 (zj)] III-2-1
doopdekentje doopdeken: duipdaeke (Boekend), doopdoek: duipdook (Boekend) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] III-2-2
doopjurkje doopkleedje: duipkledje (Boekend) doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] III-2-2
doopmutsje doopmutsje: duipmutske (Boekend) doopmutsje [N 25 (1964)] III-2-2