29122 |
drijfwiel |
rad:
rāt (L269b Boekend)
|
Het grote ronddraaiende deel of wiel van het spinnewiel dat wordt aangedreven door middel van de trede en koppelstang en dat door middel van snaar en trendel zorgt voor het draaien van de vleugel en de klos. [N 34, B6]
II-7
|
24939 |
drijfzand |
drijfzand:
driefzand (L269b Boekend)
|
drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
33413 |
drinkbak voor de kippen |
drinkbak:
dreŋkbak (L269b Boekend)
|
De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c]
I-6
|
19575 |
drinkbeker |
aarden pot:
erde pot (L269b Boekend),
uiles:
oeles (L269b Boekend)
|
drinkbeker, aarden of stenen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19574 |
drinkglas |
glas:
glaas (L269b Boekend)
|
drinkglas zonder voet [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19562 |
drinkglas met voet |
glas:
glaas (L269b Boekend)
|
drinkglas met een voet (kapper, kopper(tje)) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
34236 |
droge koe |
guste koe:
gø̜stǝ ku (L269b Boekend)
|
Koe die geen melk meer geeft maar toch niet drachtig is. [N 3A, 73]
I-11
|
33701 |
droge plekken in moeras |
bult:
bølt (L269b Boekend),
horst:
hǫrs (L269b Boekend)
|
Hoger gelegen, droge plekken in een moerasgebied. [N 27, 21a; R 3, 9]
I-8
|
20635 |
dronken |
bedronken:
bedroonke (L269b Boekend),
bezopen:
bezaope (L269b Boekend)
|
dronken [N 10 (1961)]
III-2-3
|
20622 |
dronken zijn |
een stuk in zijn kraag hebben:
ein stök in ziene kraag höbbe (L269b Boekend),
kachel zijn:
kachel zien (L269b Boekend),
teut zijn:
teut zien (L269b Boekend)
|
dronken [N 10 (1961)]
III-2-3
|