34063 |
geslachtsrijpe koe |
rind:
reŋk (L269b Boekend)
|
Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23]
I-11
|
34472 |
gesneden haan |
kapuin:
kapoęn (L269b Boekend)
|
[N 19, 60a; monogr.]
I-12
|
34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bø̜rx (L269b Boekend)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
18254 |
gesp |
gespel:
géspel (L269b Boekend)
|
sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18696 |
gesteven voorstuk van een overhemd |
voorfront:
veurfroont (L269b Boekend)
|
voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18543 |
gestreepte broek |
strepen boks:
Van Dale: II. strepen (bn.), <gew.> van gestreepte stof: een strepen rok.
strepe books (L269b Boekend)
|
broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
17790 |
gevoelig (zijn) |
gevoelig:
geveûlig (L269b Boekend)
|
Gevoelig: vatbaar voor, reagerend op gewaarwordingen bijv. pijn (gevoelig). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17740 |
gevoelloos (zijn) |
geen gevoel:
gen geveul höbbe (L269b Boekend)
|
Gevoelloos: geen gevoel hebben, geen pijn voelen (dood, gevoelloos). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
19381 |
gewelf |
gewelf:
gǝwɛlǝf (L269b Boekend),
gewelfsel:
gǝwølǝfsǝl (L269b Boekend)
|
Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.]
II-9
|
33265 |
gewone spurrie |
spurrie:
spøri (L269b Boekend)
|
Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.]
I-5
|