e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boekend

Overzicht

Gevonden: 1986
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hard, luid hard: hard (Boekend) hard (schreeuwen) [DC 38 (1964)] III-4-4
harde, lastige grond bendige: bɛndegǝ (Boekend) Harde, zware grond die moeilijk te bewerken is. [N 27, 33; R 3, 6; A 10, 4; monogr.] I-8
hardlijvigheid, hardlijvig (zijn) hardlijvig: hertlievig (Boekend) Constipatie: verstopping, hardlijvigheid (beslotenheid, constipatie, obsteeg afgaan). [N 84 (1981)] III-1-2
haren tussen de hoorns kuif: kūǝf (Boekend) [N 3A, 106d] I-11
hark hark: herk (Boekend) Hoe noemt u de hark? (rijf, griesel) [N 104 (2000)] III-2-1
hars hars: hars (Boekend) Het kleverige plantensap vooral van naaldbomen, dat in de lucht hard wordt (hars, terpentijn, denne-olie, vogeltjeszeep). [N 82 (1981)] III-4-3
hart hart: hɛrt (Boekend) Holle spier in de borst die door pulserende bewegingen de bloedsomloop gaande houdt. [N 28, 88a] I-11
hartinfarct hartinfarct: hert infarc (Boekend), hartverlamming: hertverlamming (Boekend) Hartinfarct: bloeding in de hartspier met verstopping van de kransslagader (vang, kramp, infarct, hartverlamming). [N 84 (1981)] III-1-2
haspel haspel: haspǝl (Boekend) Een drie- of vierarmig, ronddraaiend toestel op het spinnewiel waarmee onder andere de gesponnen wol tot strengen werd verwerkt. Zie afb. 53. [N 34, D] II-7
havermout havermout: Syst. WBD  havermout (Boekend) Havermout [N 16 (1962)] III-2-3