21119 |
appels van de boom schudden |
schudden:
schödde (L269b Boekend)
|
Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
24937 |
arduin, hardsteen |
naamse steen:
naamse stein (L269b Boekend)
|
hardsteen, harde, meest blauwgrijze kalksteen, gebruikt voor stolpen, hoekstenen enz [arduin] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25055 |
armvol |
armvol:
einen ervel höj (L269b Boekend),
ennen ervel höj (L269b Boekend)
|
armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)]
III-4-4
|
29124 |
as van het drijfwiel |
as:
as (L269b Boekend)
|
[N 34, B8; N 34, B9]
II-7
|
33277 |
asperge |
sperge:
spɛrii̯ǝ (L269b Boekend),
sperje:
sperijes (L269b Boekend)
|
Asparagus officinalis L. Een tot 2 meter hoge plant met naaldvormige takjes en rode bessen, die op zandgronden groeit en om de jonge, ondergrondse spruiten als groente wordt geteeld in aspergebedden. [N Q, 7; monogr.] || Hoe noemt u: asperge (asparagus officinalin - fam. asparagineae) (spèrzie) [N 71 (1975)]
I-5, I-7
|
33499 |
augurk |
komkommer:
komkommer (L269b Boekend),
kômkômmers (L269b Boekend)
|
Een soort van kleine komkommer die vaak in azijn wordt ingemaakt; een augurk (canichon, augurk). [N 82 (1981)] || Hoe noemt u: de augurk (cucumis sativum - fam. cucurbitaceae) [N 71 (1975)]
I-7
|
20582 |
avondmaal |
avondeten:
aovendaete (L269b Boekend)
|
de laatste maaltijd van de dag (verschil tussen zomer en winter [N 06 (1960)]
III-2-3
|
18321 |
baaien onderrok |
baaien onderrok:
baaie onderrok (L269b Boekend, ...
L269b Boekend)
|
onderrok, dikke baaien ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
22321 |
baantje glijden op het ijs |
slidderen:
sliddere (L269b Boekend, ...
L269b Boekend,
L269b Boekend),
slidderen (L269b Boekend)
|
Baantje glijden [siddere, slibbere, sleure, kejje]. [N 07 (1961)] || Glijden over sneeuw of ijs. [N 38 (1971)]
III-3-2
|
17584 |
baard |
baard:
baard (L269b Boekend)
|
baard [N 10b (1961)]
III-1-1
|