e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boekend

Overzicht

Gevonden: 1986
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korte onderbroek? korte onderboks: korte oongerbooks (Boekend) onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)] III-1-3
korte overjas jekker: jekker (Boekend) overjas, korte ~ [jekker, joep, stoep, baadje] [N 23 (1964)] III-1-3
kotelet, ribstuk karbonade: Syst. WBD  kermenaai (Boekend) Carbonade (krep, kermenaoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
koud, mistig en somber weer mistig (weer): mistig wear (Boekend, ... ) mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mistig weer [motlucht, moorweer, mokweer] [N 81 (1980)] III-4-4
koudvuur koudvuur: kald veur (Boekend) Koudvuur: versterf van weefsel of lichaamsdelen door afsluiting van de bloedtoevoer; gangreen (vuur). [N 84 (1981)] III-1-2
kous met knoopjes slobkous: sloepkouse (Boekend, ... ) kousen met knoopjes die over de gewone kousen worden gedragen [slopkouse, sjlopehaoze, sjloebe] [N 24 (1964)] III-1-3
kous: algemeen n kousen]: kous (Boekend, ... ) kous, lange beenbekleding [haos, hous, sjtrump [N 24 (1964)] III-1-3
kousenband bindel: bingel (Boekend, ... ), kousenbindel: kousenbindel (Boekend, ... ) kousenband [N 07 (1961)] || kousenband om het bovenbeen [bendel, binjel haozebendel, ongerbinjel, kousenbendel] [N 24 (1964)] III-1-3
kousenwol sajet: sajet (Boekend) Wollen garen voor het breien van kousen (saai, sajet) [N 79 (1979)] III-1-3
kraakbeen knoers/knors: knoers (Boekend) kraakbeen [noerz, knorzel, knoezelbeen] [N 10a (1961)] III-1-1