e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boekt Heikant

Overzicht

Gevonden: 436
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rode koe rode: rǫi̯ (Boekt Heikant) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 124] I-11
roep- en lokwoord voor de kip tieketiek: tīkǝtīk (Boekt Heikant), tiet, tiet: tīt, tīt (Boekt Heikant) Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor een big kuus, kuus, kuus: kuš, kuš, kuš (Boekt Heikant) Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het kuiken sjiepesjiep: šīpǝšīp (Boekt Heikant) [N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het varken kuus, kuus: kuš, kuš (Boekt Heikant) In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r] I-12
roep- en lokwoorden voor het lam lem, lem, lem: lęm, lęm, lęm (Boekt Heikant) [N 19, 74b; VC 14, 2k (R] I-12
roep- en lokwoorden voor het schaap met: męt (Boekt Heikant) [N 19, 74a; VC 14, 2j (R] I-12
roepwoord om de klokhen te lokken klok, klok: klok, klok (Boekt Heikant) [N 19, 44c; A 6, 2c] I-12
roepwoord voor de geit met: męt (Boekt Heikant) [N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.] I-12
rollen rollen: rølǝ (Boekt Heikant) De koe tijdens het kalven op de rug wentelen. [N 3A, 50] I-11