18356 |
lederen pantoffel |
slof:
slofə (Q011p Boorsem)
|
pantoffels, lederen ~, gemakkelijke huisschoenen zonder veters [petoffels, pantoefels, trumpe, sjlutsje, sloffe, sjloebe] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
17815 |
leggen |
leggen:
[Paragraaf: onregelmatige werkwoorden].
lègke (Q011p Boorsem)
|
leggen
III-1-2
|
23465 |
lei(en) |
lei(en):
lei-j lei-je (Q011p Boorsem)
|
Een lei, de leien op het dak van de kerk [laj, lajje?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34147 |
leiden |
leiden:
lɛi̯ǝ (Q011p Boorsem),
winnen:
wønǝ (Q011p Boorsem)
|
De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
33786 |
lendenen en kuil |
lenden:
lę.ŋǝ (Q011p Boorsem),
miltkuil(en):
me.ljškūl (Q011p Boorsem)
|
Achter de rug liggen de lendenen. Bij een welgevormd paard gaan de lendenen, die sterk en goed gespierd moeten zijn, ongemerkt in kruis en flanken over. De miltkuilen of -holten vormen het gedeelte van de flanken tussen heupgewricht en de laatste rib, een holte aan de buik ter hoogte van de milt. Een paard heeft bij voorkeur kleine miltkuilen. Zie afbeelding 2.30. [JG 1a, 1b, 2c]
I-9
|
21503 |
lenen |
lenen:
lienen (Q011p Boorsem)
|
leenen [ZND 14 (1926)]
III-3-1
|
28934 |
lengte |
lengte:
lɛŋtǝ (Q011p Boorsem)
|
Benaming voor een verticaal genomen maat, in het bijzonder als tweede deel van een samenstelling als broeklengte, of voor een horizontaal genomen maat voor een verticaal deel van het kledingstuk, in het bijzonder als tweede deel van een samenstelling als mouwlengte. [N 59, 47a, N 62, 2b]
II-7
|
17558 |
lenig |
gezwank:
[Paragraaf: fysische eigenschappen].
gezwank (Q011p Boorsem),
slap:
[Paragraaf: fysische eigenschappen].
slap (Q011p Boorsem)
|
lenig
III-1-1
|
18340 |
leren beenkap |
gamasche:
kəmajə (Q011p Boorsem),
Vgl. Du. Gamasche.
kamasj (Q011p Boorsem)
|
lederen beenkappen [kemasse, kamasje] [N 24 (1964)] || onderbeenkappen uit leer, door boeren gedragen.
III-1-3
|
18653 |
leren muts die onder de kin wordt gesloten |
leren muts:
leͅvə məts (Q011p Boorsem)
|
muts, op bivakmuts gelijkende lederen ~ die onder de kin met een knoop wordt gesloten [N 25 (1964)]
III-1-3
|