e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
maria-hemelvaart kruidwijden: kroetwien (Boorsem) Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)] III-3-3
mariabeeld lieve-vrouwebeeld: līve vrouwebīld (Boorsem) Een beeld van Maria, de moeder van Jezus [Moeder Gods, Moeder Godes, Lievevrouwenbeeld, Mariabeeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3
marialied marialiedje: merialídsje (Boorsem) Een Marialied. [N 96B (1989)] III-3-3
marmer marber: marbere beelt (Boorsem), marmer: marmeren beeld (Boorsem) marmeren beeld [ZND 21 (1936)] III-4-4
marmeren beeld beeld: marbere beelt (Boorsem), marmeren beeld (Boorsem) Een marmeren beeld. [ZND 21 (1936)] III-3-2
masker mombakkes: mòmbakkes (Boorsem), mommegezicht: mòmmegezich (Boorsem), Mòmmegezichter maakgde de kènger ziech vreuger zellef.  mòmmegezich (Boorsem) [Feest - karnaval]: Masker, mombakkes. || [Feest - karnaval]: Masker. III-3-2
mathaak zichtehaak: zextǝnǭk (Boorsem) Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2] I-4
medaillon met lam gods agnus dei: Agnus Dei (Boorsem) Een hartvormig medaillon van was, waarop een lam met kruisvaan is afgebeeld. Dit medaillon werd gedragen [Agnus Dei, Lam Gods?]. [N 96B (1989)] III-3-3
medicijn medicament: medeke`ment (Boorsem), pil: pil (Boorsem) Medicijn, geneesmiddel (geneesmiddel, medicijn, medicament, (pillen)) [N 107 (2001)] III-1-2
meditatie meditatie (<fr.): meditāāsje (Boorsem) Een meditatie, geestelijke overweging. [N 96B (1989)] III-3-3