23240 |
maria-hemelvaart |
kruidwijden:
kroetwien (Q011p Boorsem)
|
Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)]
III-3-3
|
23396 |
mariabeeld |
lieve-vrouwebeeld:
līve vrouwebīld (Q011p Boorsem)
|
Een beeld van Maria, de moeder van Jezus [Moeder Gods, Moeder Godes, Lievevrouwenbeeld, Mariabeeld?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23589 |
marialied |
marialiedje:
merialídsje (Q011p Boorsem)
|
Een Marialied. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24945 |
marmer |
marber:
marbere beelt (Q011p Boorsem),
marmer:
marmeren beeld (Q011p Boorsem)
|
marmeren beeld [ZND 21 (1936)]
III-4-4
|
22739 |
marmeren beeld |
beeld:
marbere beelt (Q011p Boorsem),
marmeren beeld (Q011p Boorsem)
|
Een marmeren beeld. [ZND 21 (1936)]
III-3-2
|
22440 |
masker |
mombakkes:
mòmbakkes (Q011p Boorsem),
mommegezicht:
mòmmegezich (Q011p Boorsem),
Mòmmegezichter maakgde de kènger ziech vreuger zellef.
mòmmegezich (Q011p Boorsem)
|
[Feest - karnaval]: Masker, mombakkes. || [Feest - karnaval]: Masker.
III-3-2
|
33044 |
mathaak |
zichtehaak:
zextǝnǭk (Q011p Boorsem)
|
Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2]
I-4
|
23744 |
medaillon met lam gods |
agnus dei:
Agnus Dei (Q011p Boorsem)
|
Een hartvormig medaillon van was, waarop een lam met kruisvaan is afgebeeld. Dit medaillon werd gedragen [Agnus Dei, Lam Gods?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18161 |
medicijn |
medicament:
medeke`ment (Q011p Boorsem),
pil:
pil (Q011p Boorsem)
|
Medicijn, geneesmiddel (geneesmiddel, medicijn, medicament, (pillen)) [N 107 (2001)]
III-1-2
|
23682 |
meditatie |
meditatie (<fr.):
meditāāsje (Q011p Boorsem)
|
Een meditatie, geestelijke overweging. [N 96B (1989)]
III-3-3
|