e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
niet drachtig leeg: lē̜x (Boorsem) [JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.] I-11
niet gehalveerde poortvleugel slag: slāx (Boorsem) Een scharnierende poort bestaat meestal uit twee vertikaal verdeelde planken helften of vleugels. Bedoeld wordt een poortvleugel die niet zelf nog eens gehalveerd is. Zie voor dit laatste het lemma "gehalveerde poortvleugel" (4.1.7). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18.c bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42a; monogr.] I-6
nieuwsgierig persoon nieuwsgierige neus: [Paragraaf: lichaam]  nòwsjiërige naas (Boorsem), spitsneus: [Paragraaf: lichaam]  spitsnaas (Boorsem) nieuwsgierig iemand III-1-1
nijdnagel nagelring: nūgəlreŋk (Boorsem) Hoe noemt men een los stukje vel aan de rand van de nagel van van een vinger ? (Nederl. nij(d)nagel, dwangnagel, stroopnagel) [ZND 49 (1958)] III-1-2
noveen noveen (<lat.): novēēn (Boorsem) Een negendaagse godsvruchtoefening, novene, noveen. [N 96B (1989)] III-3-3
nylonkous nylonhoos: nilə hōzə (Boorsem) nylonkousen [N 24 (1964)] III-1-3
o.l.v.-hemelvaart kruidwijden: kroetwien (Boorsem) Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)] III-3-2
offerande offerande (<fr.): offerrande (Boorsem) De offerande, het offertorium [offeróng?]. [N 96B (1989)] III-3-3
offerblok offerblok: offerblok (Boorsem) Het metalen (vroeger houten) kastje, aangebracht bij de kerkuitgan(en) en/of bij een heiligenbeeld, waarin men geld kan deponeren [godsblik, offerstok, offerblok, offerbus, offerkist?]. [N 96A (1989)] III-3-3
offergang offergang: offergānk (Boorsem) De offergang, rondgang van de gelovigen rond het offerblok [offergank?]. [N 96B (1989)] III-3-3