e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoen schoen: šōn (Boorsem), schoentje: šȳnjtšǝ (Boorsem) Het kleine losse bakje onderaan het kaar dat tijdens het malen in schuddende beweging is. Het schoen staat de molenaar toe de graantoevoer naar de stenen te regelen. [N O, 19j; A 42A, 39; N D, 12; Sche 52; Vds 149; Jan 156; Coe 137; Grof 158; A 42A, 19] II-3
schoen: algemeen schoen: sjōn (Boorsem), sjòòn (Boorsem), NB gelakkeerde sjòòn: gelakte vrouwenschoen.  sjòòn (Boorsem) schoen || schoen [skoewn, schoe, sjoe, schoon, sjoon] [N 24 (1964)] || schoen met rubberzolen III-1-3
schoenborstel schoenborstel: sjòònbeustel (Boorsem) schoenborstel III-1-3
schoenen poetsen wiksen: NB wiksdoeas: schoensmeerdoos.  wikse (Boorsem) schoenen poetsen III-1-3
schoenlepel schoenstrekker: sjōnstrɛkər (Boorsem) schoenlepel [schoontrekker] [N 24 (1964)] III-1-3
schoensmeer wiks: wiks (Boorsem) schoensmeer III-1-3
schoenveter rijgstaartel: ri-jstartel (Boorsem), rɛi-jstartəl (Boorsem) schoenveter || schoenveter [rijgsnoer, (rij)reem, sjoonsreim, riereem, riesjtartel, nistel, rienastel, raajnagel, rijnassel, rijgnestel, rijgenast] [N 24 (1964)] III-1-3
schoffel schoffel: šofǝl (Boorsem) Gereedschap om onkruid af te snijden en om de grond los te maken. Het bestaat uit een soort mes dat met behulp van een lange steel door de grond geschoven wordt. [N 18, 18a en 48; JG 1a, 1b; A 47, 11a; monogr.; add. uit N 15, 6; N 18, 4 en 50; GV, K7] I-5
schoffelen, wieden met de schoffel schoffelen: šofǝlǝ(n) (Boorsem) Met een schoffel de bovengrond tussen de plant(rijen) van een gewas zodanig bewerken dat de korstige bovenlaag verkruimeld en het onkruid afgestoken wordt. Het woord schoffelen kan niet alleen in absolute zin gebruikt worden, maar laat zich ook verbinden met een object. Dat kan de te bewerken grond zijn (akker, tuin, enz.) maar ook het te verzorgen gewas dat op die grond staat (bijv. de bieten), en ook het onkruid. [N 15, 6; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit A 47, 11a] I-5
schoffelmachine schoffelmachine: šofǝlmǝšin (Boorsem) Eenvoudig duwgereedschap dat eruit ziet als een kruiwagen en bestaat uit een (of meer) schoffelijzer(s) aan een wiel, waaraan twee duwburries zitten en waarmee tussen rijen planten wordt gewied. [N 18, 47; N J, 8a; monogr.; add. uit N 18, 51] I-5