e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stikken verstikken: verstikke (Boorsem) Stikken: sterven door ademgebrek (stikken, verstikken) [N 106 (2001)] III-1-2
stiksteek stiksteek: stekstēk (Boorsem), stiksteek (Boorsem) Fijne, rechte steek. De stiksteek verbindt twee delen aan elkaar. Hij is een achtersteek, die van boven één steeklengte terug en van onderen steeds twee steeklengtes voorwaarts wordt gestoken. De steken volgen elkaar met onzichtbare tussenruimtes op. Zie afb. 32. [N 59, 54; N 62, 9; N 62, 16a; L 31, 46] II-7
stikzijde stikzij(de): stekzi-j (Boorsem) Zijdegaren om mee te stikken of te naaien. [N 59, 7c; N 59, 7a; N 62, 57] II-7
stilstaan hou: ou̯ (Boorsem), ju(j): jȳi̯ (Boorsem) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stinken slecht ruiken: slech ruke (Boorsem), stinken: stinke (Boorsem), vies ruiken: vies ruke (Boorsem), vijf kilometer tegen de wind opruiken: Uitdr.  vief keilemèèter teenge de wènd op ruke (Boorsem) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken , muffen) [N 108 (2001)] III-1-1
stoelen op het priesterkoor koorstoelen: kwoirstūel (Boorsem) De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)] III-3-3
stof stof: stòf (Boorsem), stōf (Boorsem) Benamingen voor stof in het algemeen. [N 62, 71a; MW] || stof II-7, III-1-3
stofblik troffel: troffel (Boorsem) stofblik [ZND 21 (1936)] III-2-1
stoffen pantoffel slof: slofə (Boorsem) sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)] III-1-3
stola stool (<lat.): stóól (Boorsem) De stola, de stool. [N 96B (1989)] III-3-3