33696 |
veldweg |
karrenweg:
karǝwęx (Q011p Boorsem)
|
Een niet-verharde, vaak met gras begroeide weg door het veld, waarlangs men vanaf het erf de akkers kan bereiken die niet aan de straat gelegen zijn. [N 5A, 75c; N P, 2; JG, 1a, 2b; L 37, 43; monogr.]
I-8
|
26403 |
velg |
velling:
(mv)
vɛleŋǝ (Q011p Boorsem)
|
De oorspronkelijke betekenis van de term velg is "elk van de vier tot zes gebogen houten blokken, die samen de rand van het wiel vormen en waarin de spaken vastgemaakt worden". Een aparte term voor de volledige houten rand bestond oorspronkelijk niet. Er is verwarring rond de term gekomen bij de opkomst van de fiets- en de autowielen, waarvan de randen niet uit aparte deeltjes bestonden, maar die uit één stuk gemaakt waren. Deze randen werden ook "velgen" genoemd. De verwarring blijkt duidelijk uit het feit dat voor zowel het houten blok als voor de volledige rand dezelfde termen, velg en velling, werden opgegeven en in de opgaven verschijnt vaak het meervoud, vooral in de betekenis van "houten rand". Sommige opgaven zijn echter samenstellingen, waaruit de betekenis eenduidig blijkt. Deze woordtypes staan onder B. en C. geordend en betekenen resp. "houten blok" en "wielrand". [N 17, 65a-b + add; N G, 45a-b; JG 1a; JG 1b; JG 2b; A 4, 20a + c; L 20, 20c; monogr.]
I-13
|
23547 |
velum |
velum (lat.):
veeləm (Q011p Boorsem)
|
Het velum [veeloem?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18159 |
verbinden van een wonde |
een lapje rond doen:
e lepke rònd `n wòn dòòn (Q011p Boorsem),
zwachtelen:
n wun zwachtele (Q011p Boorsem)
|
verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
17932 |
verdacht rondlopen |
sluipen:
sloepe (Q011p Boorsem)
|
Rondzwerven met kwaad in zin (sluipen, schuimen, schuupen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
34155 |
verdrogen |
verzijen:
vɛrzējǝ (Q011p Boorsem)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|
17936 |
verdwenen |
de baan op:
Niet meer ter plaatse aanwezig
de baan op (Q011p Boorsem),
de loop op:
Niet meer ter plaatse aanwezig
de luip op (Q011p Boorsem),
ervandoor:
Niet meer ter plaatse aanwezig
te van door (Q011p Boorsem),
eweg:
eweg (Q011p Boorsem, ...
Q011p Boorsem),
vort:
B.v. Fien es sjus voort (gegange).
voort (Q011p Boorsem),
zoekes:
Niet meer ter plaatse aanwezig
zeukes (Q011p Boorsem)
|
weg || Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig zijn (weg, verdwenen, rits(e), foetsie, voert, voet) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
18054 |
vergiftigen |
vergeven:
vergeve (Q011p Boorsem),
vergiftigen:
verguftige (Q011p Boorsem)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
22507 |
verjaardag |
verjaardag:
verjaordaag (Q011p Boorsem)
|
[Feest - verjaardag]: [Verjaardag].
III-3-2
|
34171 |
verkeerd liggen |
in een wrong liggen:
in een wrong liggen (Q011p Boorsem)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|