33986 |
vliegennet |
vliegennet:
vlēgǝnęt (Q011p Boorsem)
|
Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a]
I-10
|
22375 |
vlieger |
vliegertje:
NB vleege: vleigen, t vleegerke vluug op t daak.
(pe`peere) vleegerkes make (Q011p Boorsem)
|
[Jongensspel - vliegertje]: Vliegers maken uit papier.
III-3-2
|
24499 |
vlier |
heulenteul:
gecombineerd met ZND 8 055, idem
heulenteul (Q011p Boorsem)
|
vlierboom (sambucus nigra) [ZND 15 (1930)]
III-4-3
|
24392 |
vlinder |
pepel:
pēpəl (Q011p Boorsem)
|
vlinder [ZND 16 (1934)]
III-4-2
|
18701 |
vlinderdasje |
bandje:
bendsje (Q011p Boorsem),
strikje:
strikskə (Q011p Boorsem)
|
vlinderdasje || vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24396 |
vlo (enk.) |
vlo:
vloə (Q011p Boorsem, ...
Q011p Boorsem)
|
mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
24395 |
vlo (mv., fon.) |
vleu:
vløə (Q011p Boorsem)
|
vlo (znw mv) [N 26 (1964)]
III-4-2
|
34365 |
vloeibaar varkensvoer |
brijtsel:
brei̯tsǝl (Q011p Boorsem),
slabberij:
slabrǭi̯ (Q011p Boorsem)
|
[N 76, 38; N 76, 39; monogr.]
I-12
|
34341 |
vloeibare ontlasting |
zeik:
zęi̯k (Q011p Boorsem)
|
[N 76, 36; A 9, 24d]
I-12
|
32902 |
vloeistof in de slijpbus |
eetje:
ē̜tšǝ (Q011p Boorsem)
|
Behalve in water, of ook urine (in L 371 opgegeven), werd de wetsteen vaak in azijn bewaard, om de vettigheid van de grond en van het slijpsel van de zeis of de zicht te houden; vaak werd de azijn dan aangelengd met water; dit geldt voor: azijn L 370, 419, Q9; edik Q 240, 152, 157a, 160, 161, 164, 166, Q 84, Q 155, 162, 163, 168, 168a, 182, 241, Q89; eetje Q 10, 171, 175, 423, 424, Q 8, 9, L 420, Q6. Soms stak men wat stro in de slijpbus opdat de steen dan wat steviger erin bleef zitten en niet onder het maaien uit de slijpbus viel. Voor P 176 en 220 werd nog opgegeven dat men op de steen spuwde. Naast de hieronder als lemma verwerkte opgaven voor "azijn" werd over de gewoonte om azijn te gebruiken nog gewag gemaakt in de plaatsen L 270, 291, 326, 425, 427, Q 7, 33, 34, 35, 93, 96, 99, 99*, 111*, 0112, 112a, 117a, 119, 163, 170, 178, 193, 197, 197a en 204a. [JG 1b, add.]
I-3
|