18543 |
gestreepte broek |
fantasiebroek:
fantəsibroͅk (Q011p Boorsem),
strepen broek:
Van Dale: II. strepen (bn.), <gew.> van gestreepte stof: een strepen rok.
striepebròòk (Q011p Boorsem)
|
broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] || fluweelbroek
III-1-3
|
21321 |
getuigen |
getuigen:
getūge (Q011p Boorsem),
tuigen:
tuugen (Q011p Boorsem)
|
getuigen [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
21322 |
gevangenis |
prison (<fr.):
Van Dale: prison (<Fr.), (gew.) gevangenis.
perzong (Q011p Boorsem),
prizong (Q011p Boorsem)
|
gevangenis [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
17808 |
geven |
geven:
[Paragraaf: onregelmatige werkwoorden].
geve (Q011p Boorsem)
|
geven
III-1-2
|
34303 |
gevlekt varken |
piétrain:
pētrē̜n (Q011p Boorsem)
|
Varken van het ras dat een gevlekte huid heeft. [N 76, 1d]
I-12
|
17790 |
gevoelig (zijn) |
gevoelig:
gevuulig (Q011p Boorsem),
leehartig:
leihertig (Q011p Boorsem),
nog get voelen:
ich veul nog gĕt (Q011p Boorsem)
|
gevoelig || mijn hand is nog gevoelig (b.v. op de plaats waar ik mij vroeger verbrand heb) [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
19381 |
gewelf |
gewelf:
gewölf (Q011p Boorsem),
gǝwēlǝf (Q011p Boorsem)
|
Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] || Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)]
II-9, III-3-3
|
33265 |
gewone spurrie |
spurrie:
spø̜rǝx (Q011p Boorsem)
|
Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.]
I-5
|
17564 |
gewricht |
gewerver:
gewerver (Q011p Boorsem),
gewricht:
gevrich (Q011p Boorsem)
|
hoe heet het gewricht van een lidmaat, d.i. de plaats waar de beenderen van armen of benen met elkaar verbonden zijn ? [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
17588 |
gezicht |
gezicht:
[Paragraaf: lichaam]
gezich (Q011p Boorsem),
wezen:
[Paragraaf: lichaam]
weze (Q011p Boorsem)
|
gezicht
III-1-1
|