33566 |
perzik |
pche (fr.):
peez (Q096a Borgharen)
|
perzik [SGV (1914)]
I-7
|
18627 |
pet met opstaand bovenstuk |
zijden muts:
zéje möts (Q096a Borgharen)
|
pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18281 |
pet: algemeen |
klepmuts:
klepmöts (Q096a Borgharen),
muts:
möts (Q096a Borgharen),
gewone petvorm
möts (Q096a Borgharen),
pats:
patsj (Q096a Borgharen)
|
Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || pet [SGV (1914)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21063 |
peul |
leut:
luite (Q096a Borgharen)
|
de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)]
III-2-3
|
33508 |
peul, dop (znw) |
leut:
luite (Q096a Borgharen)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
33522 |
peulen, doppen (ww.) |
peulen:
paolə (Q096a Borgharen)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
20662 |
peulvruchten afhalen |
bonen loten:
bonen leuten?
boene luite (Q096a Borgharen),
bonen peulen:
boene paole (Q096a Borgharen),
ranken aftrekken:
reng āftrêkke (Q096a Borgharen)
|
boonen afhalen [SGV (1914)] || erwten of bonen afhalen, van draden ontdoen [N Q (1966)]
III-2-3
|
20815 |
peulvruchten doppen |
peulen:
paole (Q096a Borgharen)
|
erwten of bonen doppen, ontpeulen [N Q (1966)]
III-2-3
|
17991 |
pijn |
pijn:
pi(e)n (Q096a Borgharen),
ping (Q096a Borgharen, ...
Q096a Borgharen)
|
mijn voeten doen mij erg zeer [DC 03 (1934)]
III-1-2
|
23287 |
pinksteren |
pinksteren:
Pinkstere (Q096a Borgharen)
|
Pinksteren [SGV (1914)]
III-3-3
|