21356 |
rechtbank |
rechtbank:
rechbank (Q096a Borgharen)
|
rechtbank [SGV (1914)]
III-3-1
|
25083 |
reeks, rij |
rij:
rej (Q096a Borgharen)
|
rij [SGV (1914)]
III-4-4
|
30480 |
reephout |
reephout:
rīphǫwt (Q096a Borgharen)
|
Hout dat wordt gebruikt voor het vervaardigen van dekgarden. [N F, 55]
II-9
|
18554 |
regenjas |
regenmantel:
regemantel (Q096a Borgharen)
|
damesregenmantel [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18712 |
regenpijpen |
regenpijpen:
e"van wereld
reegepiepe (Q096a Borgharen)
|
regenbroek die uit twee delen bestaat [piepe, reegenpiepe] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24308 |
regenworm |
pierling:
pierlink (Q096a Borgharen, ...
Q096a Borgharen),
ged. WLD, ged. eigen spellingsysteem link: langgerekt
pierlink (Q096a Borgharen),
worm:
ged. WLD, ged. eigen spellingsysteem wörm: langgerekt
unne wörm (Q096a Borgharen)
|
pier [SGV (1914)] || pier, aardworm [SGV (1914)] || regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
21201 |
reiskoffer |
koffer:
koffer (Q096a Borgharen)
|
koffer [SGV (1914)]
III-3-1
|
21358 |
rente |
rente:
rinte (Q096a Borgharen)
|
rente [SGV (1914)]
III-3-1
|
21359 |
rentenier |
rentenier:
rinteneer (Q096a Borgharen)
|
rentenier [SGV (1914)]
III-3-1
|
21360 |
rentmeester |
rentmeester:
rinkmeister (Q096a Borgharen)
|
rentmeester [SGV (1914)]
III-3-1
|