e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgharen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaden (ww.) schaden: sjaje (Borgharen) schaden (ww.) [SGV (1914)] III-1-4
schaduw, lommer scheem: sjiem (Borgharen) schaduw [SGV (1914)] III-4-4
schande schande: sjan (Borgharen) schande [SGV (1914)] III-3-3
schapestal, schaapskooi schaapsstal: šǭps[stal] (Borgharen) De stal, doorgaans een apart gebouw, waarin de schapen overnachten. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie ook de plattegronden van de stallen in paragraaf 1.2. [L 38, 29; A 10, 9f; N 5, 105f; monogr.] I-6
schede schede: sjei (Borgharen) scheede [SGV (1914)] III-2-1
scheen scheen: sjeen (Borgharen), šēn (Borgharen), šên (Borgharen) scheen [SGV (1914)] || scheen - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
schelden, schimpen schampen: sjampe (Borgharen), schelden: sjelle (Borgharen, ... ) schelden [SGV (1914)] || schimpen [SGV (1914)] III-1-4
schemering, valavond schemer: sjiemer (Borgharen) schemering [SGV (1914)] III-4-4
schenkel schenkel: sjinkel (Borgharen) schenkel [SGV (1914)] III-2-3
scheuken schuren: šōrǝ (Borgharen), wrijven: vrīvǝ (Borgharen) Het zich wegens jeuk wrijven, gezegd van dieren. [S 31] I-11