e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgharen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoeisel t leer]: vootwerk (Borgharen) schoeisel, het geheel van schoenen, laarzen e.d. [voetgetöch [N 24 (1964)] III-1-3
schoen: algemeen schoen: sjoon (Borgharen, ... ) schoen [SGV (1914)] || schoen [skoewn, schoe, sjoe, schoon, sjoon] [N 24 (1964)] III-1-3
schoenen (mv.) schoenen (mv.): sjōōn (Borgharen), hoeg en lieg sjoon  sjoon (Borgharen) Hoe noemt men de schoenen? Maakt men verschil tusschen hooge en lage schoenen? [DC 09 (1940)] || schoenen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
schoenlepel aantrekker: aantrêkker (Borgharen) schoenlepel [schoontrekker] [N 24 (1964)] III-1-3
schoenveter rijgstaartel: reisjtartel (Borgharen) schoenveter [rijgsnoer, (rij)reem, sjoonsreim, riereem, riesjtartel, nistel, rienastel, raajnagel, rijnassel, rijgnestel, rijgenast] [N 24 (1964)] III-1-3
schokschouderen de schouders optrekken: de sjouwers optrèkke (Borgharen) schokschouderen [SGV (1914)] III-1-2
schommel schokkel: zachte k  soggel (Borgharen), zachte g  sjokkel (Borgharen, ... ) Hoe noemt men het hier afgebeelde kinderspeelgoed, bestaande uit een touw dat, aan een balk of een boom tak gebonden, in een bocht naar beneden hangt, waarin kinderen graag heen en weer zweven? [DC 19 (1951)] || schommel [SGV (1914)] || Soms is in de bocht van het touw een plankje of een bak bevestigd, waarop of waarin het kind zit. Noemt men deze vorm van het speelgoed misschien met een andere naam als de onder a getekende? [DC 19 (1951)] III-3-2
schoof schop dekstrooi: šǫp dękstryj (Borgharen) Schoof dekstro die geschud is. Het schudden wordt vooral gedaan om onkruid en gebroken halmen uit het stro te verwijderen. Zie ook het lemma 'Strowalm' in wld I.4, pag. 122 ev. [N F, 2] II-9
schoolopziener schoolopziener: sjaolopzeener (Borgharen) schoolopziener [SGV (1914)] III-3-1
schoondochter schoondochter: šundoͅxtər (Borgharen) schoondochter [DC 05 (1937)] III-2-2