e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jumper golf: gollef (Borgloon), goͅləf (Borgloon) jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jurk kleed: e bloow kleet (Borgloon), kle`t (Borgloon), kleid (Borgloon), t klɛ.it fan ana es langər dan da fan mi (Borgloon), ə bloͅu kleͅit (Borgloon) blauw kleed [ZND 32 (1939)] || jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] || Kleed. Annas kleed is veel langer als dat van Mieke [ZND 44 (1946)] III-1-3
jus, vleesnat jus: zjü (Borgloon), žy(3)̄ (Borgloon), sap: sap (Borgloon), saus: sās (Borgloon) Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] || vleesnat, jus [ZND 36 (1941)] III-2-3
kaakgestel bakkes: bàkkes (Borgloon) Kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar, kaken). [N 106 (2001)] III-1-1
kaal duivenjong kwakjong: kwakjò̝ŋk (Borgloon) Kaal duivejong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
kaam kaam/kamen: kūm (Borgloon) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaantjes kaaitjes: kuikes (Borgloon), kyøͅkəs (Borgloon), kyəkəs (Borgloon), kø͂ͅəkys (Borgloon) Hoe heten de vetklonters, die overblijven, als runds of varkensvet wordt gesmolten? (kaan) [ZND 02 (1923)] || kanen [Goossens 1b (1960)] III-2-3
kaars kaars: ka͂.s (Borgloon) kaars [RND] III-2-1
kaarsendomper kaarsensnuiter: kā.səsnøtər (Borgloon) kaarsendomper, d.i. het metalen horentje waarmee de kaars uitgedoofd werd? [ZND 36 (1941)] III-2-1
kaarten (ww.) kaarten: kaade (Borgloon), ku.ətə (Borgloon), tuisen: t".sə (Borgloon), tö:sə (Borgloon), tösse (Borgloon) kaarten [RND] || Kaarten. [Willems (1885)] || Tuischen. [ZND m] || Tuisschen. [Willems (1885)] III-3-2