e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loon gage (fr.): ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "#"(bij #s) moet nog een ~ staan; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "#"omgespeld.  goͅ~žə (Borgloon), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "a met een rondje en een lengteteken erboven"staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "a met een rondje en een lengteteken erboven"omgespeld.  ga͂~žə (Borgloon), trek: ps. omgespeld volgens Frings.  treͅk (Borgloon, ... ) loon, wat men verdient [N 21 (1963)] III-3-1
loop van een geweer loop: de leup van en gewair (Borgloon), də loͅop fan ə gəwīər (Borgloon) De loop van een geweer [ZND 30 (1939)] III-3-1
loops lopig: løͅu̯pəx (Borgloon), rijig: reͅi̯əx (Borgloon) konijn, geslachtsdrift vertonend [N 19 (1963)] || loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)] III-2-1
loot, nieuw uitgelopen twijgje scheut: sxy(3)̄.ət (Borgloon) loot [ZND 01 (1922)] III-4-3
lopen lopen: lo.upə (Borgloon), loupə (Borgloon), lowpe (Borgloon), lōpe (Borgloon), loͅupə (Borgloon), lǫu̯pǝ (Borgloon) lopen [ZND 25 (1937)], [ZND m], [ZND m] || lopen: Hebt ge Klaas zien lopen ? [ZND 44 (1946)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82] I-9, III-1-2
losse linnen halsboord aparte col (fr.): ḁpḁ̄tə koͅl (Borgloon), losse col (fr.): losse kol (Borgloon) halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)] III-1-3
losse manchet aparte manchet: ḁpḁ̄tə mḁ̄šeͅtə (Borgloon), losse manchet: losse manchette (Borgloon) manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)] III-1-3
losse paal met draad barrier: brīr (Borgloon), rek: reǝk (Borgloon) Losse paal met draad waarmee men de wei kan afsluiten. [N 14, 68c; N 7, 48b; L B 19, 6; A 25, 8] I-8
losse voerbak in de varkenswei trog: [trog] (Borgloon), voederbak: vui̯ǝrbak (Borgloon) Gewoonlijk worden de varkens binnen gevoerd. Soms echter gebruikte men een losse voerbak voor buiten, in de varkenswei; over deze laatste bak gaat het in dit lemma. Zie voor de fonetische documentatie van (trog) het lemma "varkenstrog" (2.4.3). [N 5A, 61b] I-6
losse voerbak voor runderen krib: krep (Borgloon), trog: trǭx (Borgloon) Een losse bak of kuip waarin men het voer aan de koeien voorzet. Bedoeld wordt een bak waar meer dan één rund uit eet (en soms ook drinkt). Waar deze draagbare en ouderwetse bak niet (meer) bekend is, werden benamingen voor de vaste voerbak opgegeven (krib, trog en hun samenstellingen). Oorspronkelijk diende de krib voor het droge voedsel voor runderen en paarden en de trog voor het natte voedsel voor de varkens, maar in de praktijk lopen de termen dooreen. Sommige opgaven betreffen mogelijk ook het vak voor één koe van de in vakken verdeelde voerbak. Vergelijk de lemmata "voer- en drinkgoot" (2.2.14) en "vaste voer- en drink- en voerbak, krib" (2.2.15). [N 5A, 37c; N 18, 130; monogr.] I-6