21686 |
loon |
gage (fr.):
ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "#"(bij #s) moet nog een ~ staan; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "#"omgespeld.
goͅ~žə (Q156p Borgloon),
ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "a met een rondje en een lengteteken erboven"staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "a met een rondje en een lengteteken erboven"omgespeld.
ga͂~žə (Q156p Borgloon),
trek:
ps. omgespeld volgens Frings.
treͅk (Q156p Borgloon, ...
Q156p Borgloon)
|
loon, wat men verdient [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21596 |
loop van een geweer |
loop:
de leup van en gewair (Q156p Borgloon),
də loͅop fan ə gəwīər (Q156p Borgloon)
|
De loop van een geweer [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
20132 |
loops |
lopig:
løͅu̯pəx (Q156p Borgloon),
rijig:
reͅi̯əx (Q156p Borgloon)
|
konijn, geslachtsdrift vertonend [N 19 (1963)] || loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)]
III-2-1
|
24678 |
loot, nieuw uitgelopen twijgje |
scheut:
sxy(3)̄.ət (Q156p Borgloon)
|
loot [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
17817 |
lopen |
lopen:
lo.upə (Q156p Borgloon),
loupə (Q156p Borgloon),
lowpe (Q156p Borgloon),
lōpe (Q156p Borgloon),
loͅupə (Q156p Borgloon),
lǫu̯pǝ (Q156p Borgloon)
|
lopen [ZND 25 (1937)], [ZND m], [ZND m] || lopen: Hebt ge Klaas zien lopen ? [ZND 44 (1946)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82]
I-9, III-1-2
|
18697 |
losse linnen halsboord |
aparte col (fr.):
ḁpḁ̄tə koͅl (Q156p Borgloon),
losse col (fr.):
losse kol (Q156p Borgloon)
|
halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18699 |
losse manchet |
aparte manchet:
ḁpḁ̄tə mḁ̄šeͅtə (Q156p Borgloon),
losse manchet:
losse manchette (Q156p Borgloon)
|
manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33729 |
losse paal met draad |
barrier:
brīr (Q156p Borgloon),
rek:
reǝk (Q156p Borgloon)
|
Losse paal met draad waarmee men de wei kan afsluiten. [N 14, 68c; N 7, 48b; L B 19, 6; A 25, 8]
I-8
|
33395 |
losse voerbak in de varkenswei |
trog:
[trog] (Q156p Borgloon),
voederbak:
vui̯ǝrbak (Q156p Borgloon)
|
Gewoonlijk worden de varkens binnen gevoerd. Soms echter gebruikte men een losse voerbak voor buiten, in de varkenswei; over deze laatste bak gaat het in dit lemma. Zie voor de fonetische documentatie van (trog) het lemma "varkenstrog" (2.4.3). [N 5A, 61b]
I-6
|
33365 |
losse voerbak voor runderen |
krib:
krep (Q156p Borgloon),
trog:
trǭx (Q156p Borgloon)
|
Een losse bak of kuip waarin men het voer aan de koeien voorzet. Bedoeld wordt een bak waar meer dan één rund uit eet (en soms ook drinkt). Waar deze draagbare en ouderwetse bak niet (meer) bekend is, werden benamingen voor de vaste voerbak opgegeven (krib, trog en hun samenstellingen). Oorspronkelijk diende de krib voor het droge voedsel voor runderen en paarden en de trog voor het natte voedsel voor de varkens, maar in de praktijk lopen de termen dooreen. Sommige opgaven betreffen mogelijk ook het vak voor één koe van de in vakken verdeelde voerbak. Vergelijk de lemmata "voer- en drinkgoot" (2.2.14) en "vaste voer- en drink- en voerbak, krib" (2.2.15). [N 5A, 37c; N 18, 130; monogr.]
I-6
|