e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
luier pisdoek: pīsduk (Borgloon), pīzduk (Borgloon) luier [winjel, luur, kindsdoek, pisdoek, huik] [N 25 (1964)] III-2-2
luiermand kinderkorf: kéjngərkéúrəf (Borgloon) korf of mand waarin de doeken of luiers van de kleine kinderen wordt bewaard? [ZND 37 (1941)] III-2-2
luifel? [idem?] kantje: keͅntšə (Borgloon), pliss (fr.): pliseͅij (Borgloon) luifel, fijngeplooide ~ rond het voorhoofd {afb} [N 25 (1964)] || luifel: fijngeplooide voorhoofdsluifeltje van de grote witte muts {afb} [plojje, kentje] [N 25 (1964)] III-1-3
luilak luierik: ook materiaal znd 30, 42 (luiaard)  loͅyərik (Borgloon) luilak [ZND 01 (1922)] III-1-4
luisteren luisteren: gut l".stərə (Borgloon), l".st(ə)rə (Borgloon) goed luisteren [ZND 30 (1939)] || luisteren [ZND m] III-1-1
luns goupille: kǝpe̜l (Borgloon), leun: lø̜jn (Borgloon) Metalen spie die door een gat in het uiteinde van de wagenas wordt gestoken om te verhinderen dat het wiel van de as kan afdraaien. Zie ook afb. 216. [N G, 50c; N 17, 63; JG 1a; JG 1b; Wi 13, add.; L 39, 22, add.; div.] II-11
lunsschijf rondelle: rǫnde̜l (Borgloon) Ronde, met het wiel meedraaiende schijf tussen naaf en luns die de naafbus afsluit zodat er tijdens het rijden geen vet of smeer verloren gaat en er geen vuil de naafbus kan binnendringen. Bij modernere, metalen fabrieksassen werd de lunsschijf vervangen door een metalen, dopvormige moer die op de as wordt geschroefd en met behulp van een luns tegen losdraaien wordt vastgezet. Van der Kloes en Van Helden (pag. 21) noemen dit type naafbus halfpatentbus. [N G, 50b; N 17, 64] II-11
lusten lusten: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  lø̄y.stə (Borgloon), lø̄y.sə (Borgloon), mogen: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  mou.g (Borgloon), mōū.gə (Borgloon) lusten (die soep lust ik niet) [ZND 30 (1939)] III-2-3
maagvliezen maagvliezen: mǭgvliǝzǝ (Borgloon) De vliezen die binnen in de boekpens zitten. [N 28, 83] I-11
maaibalk maaibalk: māi̯balǝk (Borgloon), mɛbalǝk (Borgloon) De lange arm aan de maaimachine, voorzien van naar voren stekende driehoekige messen. Zie afbeelding 6, nummer 1. [N J, 1b; monogr.] I-3