e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oester oester: oèster (Borgloon), ustər (Borgloon) oester [Willems (1885)], [ZND m] III-2-3
oeverzwaluw steenzwalver: Frings  steͅi̯nzweͅləvər (Borgloon) overzwaluw (12 lichtbruin boven, van onder wit; broedt met vele tegelijk in gaten in een steile zandkant; niet zo algemeen [N 09 (1961)] III-4-1
ogenblikje, korte tijd, eventjes moment: ps. bij benadering omgespeld; onder de n staat nog een rondje, deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  mømeͅi.nt (Borgloon), ogenblikje: ps. omgespeld volgens Frings. Opm. "al\\ v‰.f fut"= elk ogenblik.  ən ogənblikskə (Borgloon) een ogenblikje [ZND 04 (1924)] III-4-4
oksaal noksaal: sxonə noksol (Borgloon) Een schoon (d)oksaal (waar het orgel zich bevindt in de kerk). [ZND 39 (1942)] III-3-3
oliebol smoutbol: smāətboͅl (Borgloon), mv.: {~bl}.  smāt boͅl (Borgloon) Oliebol (nonnevot?) [N 16 (1962)] III-2-3
oliekoek oliekoek: owləkuk (Borgloon) In raapolie gebakken ronde koek van meel, krenten en eieren (oliekoek?) [N 16 (1962)] III-2-3
olielamp smoutlamp: man. mv. ~\\  smātlamp (Borgloon) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
oliemolen slagmolen: slǭ.x[molen] (Borgloon) Wind-, water- of rosmolen waarin uit zaden olie wordt geslagen. Het zaad wordt daartoe gekneusd met behulp van de zgn. kollergang bestaande uit twee verticaal geplaatste loperstenen. Het geplette zaad wordt in een pan verhit en vervolgens in wollen zakjes (builen) geborgen, waarna de builen in leren omslagen met een paardeharen voering gelegd worden. Het op deze wijze verpakte warme zaadmeel wordt daarna tweemaal geperst. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 15; Jan 15; Coe 5; Grof 5; monogr.; N D add.] II-3
omarmen vastpakken: vââ.spàkke (Borgloon) Met gestrekte armen omvatten ((om)vademen, (om)spannen, omarmen, (om)pakken) [N 108 (2001)] III-1-2
omheinen afrekken: ǫfrɛkǝ (Borgloon), afsepareren: ou̯fseparēi̯rǝ (Borgloon), afsluiten: ǫu̯fslou̯tǝ (Borgloon), pikdraad zetten: peqdrūt setǝ (Borgloon), vreden: vręjǝ (Borgloon), wei afrekken: wē̜i̯ ǫǝfrękǝ (Borgloon) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8