e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pantoffel slof: slûf (Borgloon, ... ) pantoffel [ZND 40 (1942)], [ZND m] III-1-3
pap pap: pap (Borgloon, ... ) Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
papier papier: pampî.r (Borgloon), papî.r (Borgloon), pəpî.r (Borgloon) papier [ZND m] III-3-1
paraplu paraplu: enə pɛrəply (Borgloon), exəp mənə paraplu en də stosi lotə stoen (Borgloon), parapluj (Borgloon), pḁrəpløͅy(3) (Borgloon), pɛrəply (Borgloon) paraplu [N 23 (1964)], [ZND 40 (1942)], [ZND m] || Paraplu. Ik heb mijn paraplu in het station laten staan. [ZND 46 (1946)] III-1-3
paren van de duiven paren: pōͅrə (Borgloon) Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
parochie parochie: `kerkelijke gemeente`  pərochi (Borgloon) Een parochie; dit woord kan betekenen zoals in het Nederl. "kerkelijke gemeente met een pastoor"ofwel eenvoudig "dorp"; welke betekenis heeft het bij u? [ZND 40 (1942)] III-3-3
pas uit het ei gekomen kipje kiekje: kikskǝ (Borgloon) [N 19, 40b] I-12
pasen pasen: pōssen vilt laat (Borgloon) Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)] III-3-3
pasgeboren kalf kwak kalf: kwak [kalf] (Borgloon) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
pasteitje vid-tje: videͅi̯kə (Borgloon), vīdeͅi̯kə (Borgloon) Klein pasteitje, de niet gevulde vorm van deeg (viedeeke?) [N 16 (1962)] III-2-3