e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pofbroek golfbroek: goͅləfbruk (Borgloon), pofbroek: poefbroek (Borgloon) plusfour, een soort pofbroek [N 23 (1964)] III-1-3
poffen poffen: ps. omgespeld volgens Frings.  pōu̯və (Borgloon), pufə (Borgloon) afbetaling, Op ~, op de pof kopen [poffen?] [N 21 (1963)] III-3-1
pofmouw pofmouw: poefmauw (Borgloon), pūfma͂uw (Borgloon) pofmouw van jurk of blouse [N 23 (1964)] III-1-3
pokdalig gebrobbeld: gebróebbelt (Borgloon) pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig, pokkelig). [N 107 (2001)] III-1-2
poken keuteren: kø&#x0304Y.tərə (Borgloon) in de kachel poken [ZND 40 (1942)] III-2-1
politieagent politieagent: polisəagɛnt (Borgloon) Hoe heet << een politieagent >> ? [ZND 40 (1942)] III-3-1
pollepel potleper: poͅtløͅpər (Borgloon), m.  poͅtløpər (Borgloon), soepleper: soͅpləpər (Borgloon), m.  soͅpløpər (Borgloon) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || pollepel [ZND 04 (1924)] III-2-1
pols pols: pols (Borgloon) Een pols: plaats boven het handgewricht [N 106 (2001)] III-1-1
polsmof moffel: moefel (Borgloon, ... ), mūfəl (Borgloon) een polsmof - korte, gebreide stukken, die over de voorarm worden aangetrokken tegen de koude [ZND 34 (1940)] || polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)] III-1-3
pommelee, appelschimmel pommelee: pǫmǝ`lęi̯ (Borgloon) Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e] I-9