e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
putemmer puttob: pɛtoͅp (Borgloon), tob: toͅp (Borgloon) [N 12 (1961)] I-7
putgalg putmik: putmik (Borgloon), wipgaffel: wipgaffel (Borgloon) [N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)] I-7
puthaak stok: stōͅk (Borgloon) [N 12 (1961)] I-7
putter distelvink: distelvink  dī.səlveͅi.ŋk (Borgloon), Frings  distəlveͅi̯ŋk (Borgloon), dīsəlveͅŋk (Borgloon) putter [ZND m] || putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)] III-4-1
putzwengel wip: wep (Borgloon, ... ) [N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)] I-7
pyjama pyjama {piama}: pi.žəma (Borgloon), pižəma (Borgloon) pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)] III-1-3
raadsel(tje) geraadsel(tje): geraeëdzel (Borgloon), raadsel(tje): roeëdzel (Borgloon) Raadsel. [Willems (1885)] III-3-2
raaf raaf: rōāf (Borgloon) raaf [Willems (1885)] III-4-1
raam raam: rǭm (Borgloon), venster: venstǝr (Borgloon  [(+)]  ), veŋstǝr (Borgloon) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
raampje in een poort kijkkot: kīkkut (Borgloon), stalvenstertje: stalvinstǝrkǝ (Borgloon) Een raampje in een poort, soms ook een luikje, om door te kunnen kijken, ook wel ter beluchting, al dan niet beglaasd. De opgaven die duidelijk op een deur wijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.10). [N 5A, 54b] I-6