e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stijgbeugels stijgbeugels: stī.bø̄.gǝls (Borgloon) Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b] I-10
stikken verstikken: verstikke (Borgloon) Stikken: sterven door ademgebrek (stikken, verstikken) [N 106 (2001)] III-1-2
stilstaan hou: hǭu̯ (Borgloon), ju(j): jȳi̯ (Borgloon) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stinken stinken: sti.nke (Borgloon) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken , muffen) [N 108 (2001)] III-1-1
stinkende gouwe wrattenkruid: wrattekrooed (Borgloon) schelkruid [ZND 06 (1924)] III-4-3
stoel stoel: stūəl (Borgloon) stoel [ZND 07 (1924)] III-2-1
stoep rabat (<fr.): Van Dale: II. rabat (&lt;Fr. geplooide strook), 8. (bouwk.) rand om de voet van een gebouw; - kantstrook in afstekende kleur en ander materiaal langs het verharde wegdek.  rabat (Borgloon, ... ), trabat (Borgloon), stoep: stup (Borgloon, ... ), trottoir: trabant (Borgloon), troͅtwōr (Borgloon), troͅtwâr (Borgloon) stoep [ZND 07 (1924)], [ZND m], [ZND m] III-3-1
stoep, trottoir rabat: rabat (Borgloon), stoep: stup (Borgloon), trottoir: trabant (Borgloon), troͅtwōr (Borgloon) stoep [ZND 07 (1924)] III-2-1
stof stub: støp (Borgloon) stof [ZND 07 (1924)] III-2-1
stofdoek stubdoek: steͅp˂duk (Borgloon), stubvod: støp˃voͅt (Borgloon) een stuk doek dat gebruikt wordt om meubels af te stoffen [ZND 34 (1940)] III-2-1