e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
taaie pannenkoek leren lap: lēərə lap (Borgloon) Taaie pannekoek, zonder gist gebakken (leere ties, leere maria?) [N 16 (1962)] III-2-3
taart taart: turt (Borgloon), tuərt (Borgloon) Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3
tabak toebak: tubAk (Borgloon) dat is sterke tabak [ZND 07 (1924)] III-2-3
tabak snuiven snuiven: e.a. opgaven  snū.fə (Borgloon) tabak snuiven [ZND 07 (1924)] III-2-3
tabakspot toebakspot: tubakspoͅt (Borgloon) pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
tafel tafel: tofəl (Borgloon), toͅu̯fəl (Borgloon) de tafel afvagen [ZND 32 (1939)] III-2-1
tafelmes tafelmes: o.  toͅfəlmɛ̄s (Borgloon), onz.  toͅfəlme͂ͅs (Borgloon) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tak op ingezaaid land vreewis: vręi̯węi̯s (Borgloon) De tak, stok of bundel stro die men op de pas ingezaaide akkers plaatste om aan te geven dat deze niet betreden mochten worden door jagers en anderen. Voor streep, zie WNT s.v. in de betekenis "grensteken". [N M, 26; monogr.] I-4
takkenbos, bussel hout doornenmutsaard: djōənə mjoͅtsəm}* (Borgloon), motsem: mejotsem (Borgloon), mjoͅtsəm}* (Borgloon) inventarisatie benamingen takkenbos, bussel takken en twijgen alnaargelang houtsoort of boslengte [N 27 (1965)] || takkenbos, bussel takken en twijgen [N 27 (1965)] I-7
talud talud: talyj (Borgloon) De aflopende kant van een weg, dijk of sloot. Een aantal woordtypen duidt op een sloot of greppel naast de weg, terwijl gevraagd was naar de ø̄aflopende kant van een weg, dijk, of slootø̄. [N M, 27; N 11, 7a; N 11, 7b; monogr.] I-8